Een week later, woensdag 9 september, was de volgende cursusavond.
We gingen verder waar we waren gebleven, namelijk bij het begin van de 20e eeuw. Méliès had net de fantasie in de cinema gebracht met zijn trucages en met zijn verhalen. De film was erg populair in Europa, maar de Verenigde Staten bleven uiteraard niet achter. De ontwikkelingen daar stonden ook niet stil en zo verscheen in 1903 de eerste grote Amerikaanse succesfilm, “The Great Train Robbery” van Edwin S. Porter. De film was gebaseerd op een toneelstuk van Scott Marble. Porter was een regisseur die in dienst was van het bedrijf van Thomas Edison. “The Great Train Robbery” was feitelijk de eerste Western die het daglicht zag (hoewel, een film draai je niet in het daglicht).
Het verhaal gaat over twee overvallers, die een station beroven, op de trein stappen, de postkamer in de trein beroven en de machinist dwingen om te stoppen. Dan beroven ze alle passagiers en vluchten. Inmiddels is de sheriff met zijn mannen gewaarschuwd en zij zetten de achtervolging te paard in. Uiteindelijk eindigt het verhaal met een ‘shoot-out’, waarbij uiteraard de boeven sneuvelen. Geniet van “The Great Train Robbery”.
Voorwaar, een spannend verhaal. Opvallend is dat de camera hier opnieuw een vast standpunt heeft en niet beweegt. Niet omhoog of omlaag, maar ook nooit meedraaiend met de actie. Dat zagen we ook al bij de voorgangers Méliès en Lumière. Wat dat betreft bleef de ontwikkeling even stilstaan.
Maar er zijn in deze film wel twee nieuwe elementen te bewonderen. Zijn ze je opgevallen?
In de eerste plaats is er sprake van ‘cross-cutting’. Dit is een nieuwe montagetechniek, waarbij je heen en weer springt tussen twee locaties. Bijvoorbeeld van de boeven naar de dansende sheriff in de kroeg. Door deze nieuwe techniek krijgt het verhaal ineens meer snelheid, want je kunt het verhaal sneller vertellen. Immers, paralelle scènes kun je nu door elkaar heen vertellen, waardoor je minder hoeft uit te leggen en waardoor verschillende personen aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
En de andere nieuwe techniek komt aan het eind even in beeld, namelijk de ‘medium close-up’. Tot nu toe werden de opnames van een zekere afstand gemaakt, zoomlenzen bestonden nog niet en dit is het eerste voorbeeld waarbij een persoon dichterbij in beeld wordt gebracht. In deze film heeft dat nog niet zoveel impact, maar later zal dit in de cinema een heel belangrijk effect worden.
Wereldoorlog I zorgde voor een omwenteling in de cinema. Tot die tijd waren Frankrijk, Italië en Engeland leidend maar door de oorlog lag de aandacht in die landen elders. De productie van nieuwe films stokte en in de Verenigde Staten ontstond de ‘Hollywood standaard’. De Europese filmindustrie werd na de oorlog vooral experimenteel en surrealistisch.
Omdat de geluidsfilm nog op zich liet wachten, verzonnen de Amerikanen het gebruik van ‘tussentitels’, waarmee een dialoog werd gesuggereerd. Je kent ze wel, tekstborden tussen twee scènes in. Ook werd de plaats van een persoon in een scène in toenemende mate van belang, gekoppeld aan de camerapositie. Het kleurgebruik werd intensiever toegepast en ook het setdesign en de belichting kregen meer aandacht.
Bij de camerapositie moet je bijvoorbeeld denken aan het ‘shot/reverse shot’, dat vooral bij een dialoog wordt toegepast. Twee mensen praten met elkaar en twee camera’s nemen dat over de schouder van elke persoon op. Zo kun je duidelijk maken dat er een gesprek is en de spreker telkens duidelijk in beeld brengen. Andere opname standpunten zijn ‘eyeline match’ (scène 1 kijkt iemand ergens naar, scène 2 zie je het voorwerp of de persoon waar naar gekeken wordt), ‘establishing shot’ (bv. eerst de buitenkant van een gebouw laten zien en daarna een groep mensen in een gebouw, waarbij de suggestie dus is dat die mensen in dat gebouw zitten) en de ‘180 degree rule’ (waarbij 2 personen in een scène altijd dezelfde links-rechts relatie moeten hebben omdat anders verwarring ontstaat over de plaats).
De eerste echte grote kaskraker in de VS was “The Birth of a Nation” van D.W. Griffith. Deze film, die een gewone lengte had zoals tegenwoordig elke bioscoopfilm, speelt zich af tijdens de Burgeroorlog. Twee bevriende families komen in de verschillende kampen terecht en zij worden daarom uiteen gedreven. Overigens is de film bekend vanwege de racistische tintjes en luidde een wederopstanding in van de Ku Klux Klan.
Maar toch is deze film een meesterwerk uit 1915 met de eerste grote filmster van Hollywood, Lilian Gish in de hoofdrol. Op YouTube vind je de film in twintig delen, hieronder kun je het eerste deel bekijken. Het is absoluut de moeite waard om de film eens te bekijken.
Boeiend die filmcursus en leerzaam.
Vooral over die camerastandpunten bijv. Sta je eigenlijk niet zo bij stil, omdat we zoveel filmbeelden zien heden ten dage.
Groet Leo
p.s. volgende weer weer eens iets met elkaar ondernemen?