Jaja, dinsdag begint het Leids Filmfestival, groter dan vorig jaar. Meer voorstellingen, meer films en een mooi randprogramma. Voor mij begint het festival op donderdag, omdat ik woensdag nog een cursusavond Filmgeschiedenis heb.
Maar donderdag begint het festival ook voor mij. Ik heb inmiddels voor 12 films gereserveerd. En wat ga ik dan zoal zien. Om te beginnen donderdag de nieuwe film van de Belg Geoffrey Enthoven, “Meisjes”, met Barbara Sarafian, die zo’n prachtige rol vertolkte in “Aanrijding in Moscou”. Een amusant verhaal over drie vrouwen op leeftijd, die elkaar bij een begrafenis tegenkomen en hun zangtrio van weleer weer nieuwe adem inblazen.
Daarna volgt “Telstar”, het filmdebuut van acteur Nick Moran. “Telstar” is het levensverhaal van Joe Meek, een homoseksuele producer uit de jaren ‘60, bekend van o.a. de grote hit ‘Telstar’, maar ook van ‘Have I the Right’ van de Honeycombs (wie herinnert zich dat nog?). Joe Meek kon niet zingen, kon geen noten lezen, maar bleek ongelooflijk getalenteerd. Maar ook verslaafd, depressief, paranoia en uiteindelijk zelfmoord.
Op vrijdag doe ik drie films. Eerst in de middag de nieuwe Meryl Streep, “Julie & Julia”, een komedie van Nora Ephron naar het boek van Julie Powell. Het waar gebeurde verhaal van Julia, die vroeger een kookprogramma had op de tv en Julia, een blogger die zich heeft voorgenomen om alle 524 recepten uit Julia’s kookbijbel in één jaar te bereiden en daar verlsag van te doen. Vervolgens ga ik naar de Japanse animatiefilm “Genius Party Beyond” in het Sieboldhuis en na een snelle hap is het dan tijd voor de nieuwe film van Michael Haneke, “Das Weisse Band”. Haneke is een filmmaker waar ik grote bewondering voor heb. “Das Weisse Band” speelt zich vlak voor WO I af in een Noordduits dorpje, waar de kinderen ritueel worden gestraft. Haneke, de meester van de inktzwarte psychologie op zijn best.
De zaterdag is een dag voor een paar oude klassiekers. Eerst ‘s middags “Tokyo Story” van Yasojiro Ozu (1953), dat gaat over de vervreemding tussen ouders en kinderen. De plattelandsouders willen nog eenmaal hun kinderen, die naar de stad zijn getrokken, bezoeken maar dat loopt op een teleurstelling uit. Na terugkeer in hun dorp overlijdt één van de ouders en moeten de kinderen weer naar het dorpje. Het meesterwerk van Ozu, zo maar in een Leidse bioscoop.
Daarna volgt een andere klassieker uit het neo-realistische tijdperk van de Italiaanse film. “Umberto D.” van Vittorio de Sica (1952) is het harde verhaal van ‘echte’ mensen, die moeten overleven in de na-oorlogse jaren. Armoede, trots, een oude man, een hondje.
En de avond wordt afgesloten met “The Informant!”, de nieuwe Steven Soderbergh waar het festival dinsdag ook mee geopend is. De film gaat over een klokkenluider in de agrarische industrie die uiteindelijk zelf ook niet helemaal brandschoon blijkt te zijn. Met een prachtige rol van Matt Damon als klokkenluider.
Tot slot volgt dan de zondag met vier films. Te beginnen om 13.15 uur met “Paper Heart” van Nicholaas Jasonevec. Een documentaire over Liefde, werkelijkheid en verbeelding. Daarna een stop-motion animatiefilm van Tatia Rosenthal, waar ik hoge verwachtingen van heb. Een zoektocht naar de ultieme levensvragen zoals ‘waarom bestaan we’, ingevuld met bizarre karakters.
Daarna de nieuwe film van Lasse Hallström met de naam “Hachi”. Hachiko is een trouwe hond die zijn baasje elke dag naar het station brengt en dan weer opwacht. Maar op een dag komt het baasje niet terug, maar Hachiko blijft negen jaar wachten. Een hartverscheurend verhaal over trouw en vriendschap, waar gebeurd. Hachiko is inmiddels een held in Japan.
En als afsluiter de documentaire “Diner With Murakami” van Yan Ting Yuen. Murakami is één van mijn favoriete schrijvers, dus kan ik deze docu niet laten lopen. En zo eindigt het filmfestival zondagavond rond kwart over negen, twaalf films verder sinds donderdagavond kwart voor zeven.
Ik heb er zin an!!!
Geef een reactie