De afgelopen week vond het Leids Filmfestival voor de vierde keer plaats. Eén dag langer dan de vorige edities, met bijna 100 films uit meer dan 20 landen. Zes dagen lang was Leiden een filmstad, tegelijk met het Try Out Festival op het Leidse Centraal Station. Een drukte van belang in de stad en een gezellige sfeer, zo typerend voor filmfestivals. Want filmbezoekers (filmfanaten) is een prettig volkje. Uiteraard was HW ook weer van de partij, maar vanwege de filmcursus op woensdag kon hij pas op donderdag instappen. Twaalf film in totaal werden bekeken, van geweldig tot hmmm, sja….
Onderstaand vind je mijn lijstje van de bekeken films, op volgorde van mijn voorkeur en in het kort ook waarom. Het vergelijken en waarderen van heel verschillende films uit heel verschillende perioden ook is lastig. Maar ik volg maar gewoon mijn gevoel, van wat ik er van vond. Uiteraard komt er van elke film een review, maar dat kost iets meer tijd, vandaar de komende dagen elke dag eentje. Maar eerst mijn lijstje.
- “Das Weisse Band” van Michael Haneke (2009). De nieuwste film van Haneke gaat over het verstikkende leven in een Noordduits dorpje in 1913. Wat gebeurt er achter de deuren van ‘nette’ burgers. Winnaar van de Gouden Palm in Cannes. Haneke slaagt er opnieuw in om je op te zadelen met de vraag wat mensen drijft en hoe ver willen mensen gaan. Goed en kwaad door elkaar, met nog een vleugje geweld tussendoor. Een hele sterke film, mijn favoriet.
- “Paper Heart” van Nicholas Jasenovec (2009). Is het een documentaire, is het een echte film of loopt gewoon alles door elkaar. Charlyne Yi vraagt zich of wat liefde eigenlijk is en of het wel bestaat. En natuurlijk of het er ook voor haar is. Ze gaat, samen met regisseur Nick en een camera- en geluidsman, op reis door de VS om een antwoord te vinden. Ze stelt haar vragen aan allerlei mensen die ze tegen komt. Maar ze ontmoet ook acteur Michael Cera en er springt een vonkje over. Leuk om te zien hoe ze twijfelt of ze nou verliefd is. Fictie en werkelijkheid gaan nu tijdens de tocht door elkaar heen lopen. Is het nog wel een film? Is het gespeeld of is het nog documentair? Een heel verfrissende aanpak en een ontwapenende Charlyne maken dit tot een genot om te kijken.
- “$ 9,99” van Tatia Rosenthal (2008). Een stop-motion film, je weet wel, met van die klei figuurtjes. Het verhaal speelt zich af rond de bizarre bewoners van een flatgebouw en hun belevenissen. Eén van de prangende vragen in het verhaal is “Heb je ooit stilgestaan bij de vraag wat de zin van het leven is?” En een zwerver die zichzelf door het hoofd schiet komt terug als engel. Maar blijkt later, bij de test of hij ook kan vliegen, toch gewoon te pletter te slaan op de hare trottoirtegels. Humor, filosofische vragen, prachtig animatiewerk maken dit tot een pareltje.
- “Tokyo Story” van Yasojiro Ozu (1953). Een gouwe ouwe, maar wat voor één. Wordt beschouwd als het meesterwerk van Ozu. Het verhaal van een ouder echtpaar, wonend op het platteland, die hun kinderen in de stad gaan bezoeken. Die zitten daar niet op te wachten, hebben geen tijd, zijn druk met hun eigen leven. Brengen hun ouders zelfs onder in een hotel aan het strand (dan zijn zij er even van af). Als de ouders weer terugkeren, overlijdt de vrouw. Moeten de kinderen tijd maken voor een reis naar hun geboortedorp. Mooi portret van de verhouding tussen ouders en hun volwassen kinderen, die een eigen leven hebben opgebouwd. Ozu zag al vroeg hoe de familieverhoudingen afbrokkelen door de ‘nieuwe tijd’. Een prachtig verhaal zonder sentimenten, recht voor zijn raap.
- “Julie & Julia” van Nora Ephron (2009). Het nieuwe glansvehikel voor Meryl Streep, maar ook voor Amy Adams. Streep als de later beroemd geworden tv-kok Julia Child, die het klassieke kookboek van de Franse keuken voor de Amerikanen schreef (we spreken dan over de jaren vijftig) en Adams als blogger Julie Powell, die besluit om alle gerechten uit de kookbijbel van Child in één jaar tijd te bereiden en daar over te schrijven op haar blog. Powell krijgt landelijke bekendheid met haar blog, dat uiteindelijk ook als boek wordt uitgebracht. Twee uitstekende actrices, die twee gescheiden verhalen tot leven brengen. Genieten van het spel, het enthousiasme spat van het scherm.
- “Telstar” van Nick Moran (2008). Het levensverhaal van de Engelse producer Joe Meek, die geen noot kon lezen, geen instrument kon bespelen maar toch heel belangrijk was in de jaren 60. ‘Have I the Right’ van de Honeycombs was één van zijn hits, maar de grootste was ‘Telstar’, wie kent het nummer niet. Joe Meek was een vreemd karakter, wispelturig, onbetrouwbaar, opvliegend, veeleisend, maar bovenal homo. En dat was in die tijd nog niet zo heel gewoon. Fantastisch gespeeld door Con O’Neill, daar zou die een Oscarnominatie voor verdiend moeten hebben, zonder de andere acteurs te kort te doen. Fraai tijdsbeeld van de muziekwereld uit die ‘beat’-jaren, gebaseerd op het echte levensverhaal van Joe Meeks.
- “Umberto D.” van Vittori de Sica (1952). Het aandoenlijke verhaal van de oude Umberto en zijn hondje Flike. Een klein pensioentje, huurachterstand, dreigende uitzetting, toch de waardigheid willen behouden. Een bekroonde film, zowel in Europa als in de VS (o.a. een Oscar nominatie). Valt onder de noemer ‘neo-realisme’, hetgeen betekent dat de film zonder opsmuk is gemaakt, gewoon filmen op locatie zonder toestanden. Een simpel verhaal, prima verteld en gespeeld, zonder sentiment.
- “The Informant!” van Steven Soderbergh (2009). Het nieuwe sterrenvehikel vor Matt Damon, die op zich een goede rol neerzet. Het verhaal van een ‘klokkenluider’, die naar de FBI gaat om zijn werkgever aan te geven wegens kartelvorming. Damon speelt in den beginne de onnozele, die naïef is en denkt dat hij de wereld een dienst bewijst. De FBI is blij met zo’n man maar gaandeweg blijkt Damon toch iets anders in elkaar te zitten en andere motieven te hebben. Een aardige film, goed gespeeld, goed geproduceerd, voor een groot publiek gemaakt. En dat is dan ook de valkuil, want eigenlijk is het gewoon een klassieke Hollywoodfilm. Ook gebaseerd op ware gebeurtenissen.
- “Meisjes” van Geoffrey Enthoven (2009). Gemaakt door de producers van “Aanrijding in Moscou”, een prachtige Belgische film uit 2008. Hoge verwachtingen dus, maar die vallen uiteindelijk een beetje tegen. De film vertelt het verhaal van Claire, een bijna 70’er en haar twee vriendinnen Magda en Lut. Ingeslapen, levend in een sleur, met of zonder man, eigenlijk al een beetje dood. Vroeger, ja vroeger, toen vormden ze een zangtrio, een soort Luv’. Dat was de goede tijd. Onder de impuls van de mislukte zoon Sid komen de dames langzaam weer tot leven en gaan ze weer repeteren voor een terugkeer op de podia. Maar het einde is dan toch onverwacht anders. Ik had redelijk hoge verwachtingen van deze film, maar uiteindelijk viel het me toch een beetje tegen.
- “Hachi” van Lasse Hallström (2009). Ook een waargebeurd verhaal over de hond Hachiko met Richard Gere in de hoofdrol. Gere vindt de hond op het station, neemt hem mee en ondanks tegenzin van zijn vrouw mag de hond blijven. Een verhaal over man en hond ontvouwt zich. Hachiko brengt zijn baasje elke dag naar het station en haalt hem trouw om 5 uur ‘s middags weer op. Uniek, zeker, maar Hachiko is een ‘akita’ (hèt nationale hondenras van Japan). En dat zijn dus hele speciale honden die een band met hun baasje aangaan voor het leven. Maar de baas komt op een goede dag niet meer terug. Kwestie van hartaanval en dood gaan. Maar Hachiko blijft elke middag trouw wachten, negen jaar lang. En daar gaat de film mis, althans voor mij. Want dan komt het sentiment om de hoek kijken. In optima forma, zakdoekjes worden getrokken, de hele zaal zit te snotteren van ontroering. En dat doet voor mij uiteindelijk de deur dicht, een ‘tearjerker’ eerste klas, die tot halverwege een prima film was. Jammer want het is natuurlijk op zich een mooi verhaal.
Niet in deze lijst opgenomen, maar wel gezien. De documentaire “Dinner with Murakami” en “Genius Party Beyond”, een Japanse animé film. Zal ze wel bespreken maar passen niet tussen de speelfilms hierboven.
Maar in the end heb ik genoten van een aantal hele fijne films, waar je een lach van in je hart krijgt en waarvan je later weer huppelend over de straat gaat. Films kijken houdt je uiteindelijk toch jong!
Je hebt er zo te te zien echt alles uitgehaald wat erin zat.
Neem aan dat je een passe partout had.
Wow! Eens met Glibber….ik zou na 4 films de eerste alweer ergeten zijn. Ongelofelijk dat je het zo weet.
ergeten = vergeten uiteraard 😉
Leuk HW al die films. Hoop dat sommige bijv. Hachi nog eens langskomen op filmnet. Ik hou wel van een beetje sentiment. Sommige films zal je helaas alleen zien op dit soort festivals neem ik aan.
Groet
zazen