Site pictogram Herman Willems Dagelijkse Dingen

Change was het thema van het communicatiecongres

Change, het lijkt tegenwoordig wel een toverwoord. En Obama is dan de toverman, die dit woord een geheel nieuwe glanzende toekomst heeft gegeven. Rocco Mooij, de hoofdredacteur van het blad Communicatie, moest een thema bedenken voor het jaarlijkse congres. En hij dacht aan de social media, de communities, twitter en wat dies meer zij. Hele belangwekkende ontwikkelingen op communicatief gebied. Web 2.0 and more of that stuff. “Verandering”, dat moest het dus worden. En zo draafde hij naar de marketingafdeling en riep “verandering”! Maar iedereen ging moeilijk kijken. “Dat bekt toch niet zo mooi, Rocco”, dat soort reacties. Bijna een soort ja, maar net niet. Maar gelukkig zat er ook een ‘briljant’ marketeer die ineens op de gedachte “Change” kwam. En zo werd dit de naam van het congres.

Een verrassend congres dit keer, met boeiende en interessante sprekers. Allereerst een uitstekende, scherpe dagvoorzitter, Jeroen Smit (schrijver van de bestseller “De Prooi”). De man hield het tempo erin en bestookte de sprekers met dwarse vragen.

De eerste gast was Charles Huijskens, de communicatieadviseur van de curatoren van het DSB debacle. Huijskens had zich erover verbaasd met hoeveel woordvoerders de bank naar buiten trad. Dat was verwarrend en daarenboven bleef Scheringa vooralsnog buiten beeld. Een zwakke communicatiestrategie, volgens Huijskens. Overigens had hij wel korting gegeven aan de curatoren, meldde hij. Op de vraag “hoeveel” antwoordde hij met een glimlach “vijf procent”. En dat op een uurtarief van 300 euro. De belangrijkste taak van Huijskens was het om de curatoren uit de wind te houden, zodat zij niet als ‘kwaaie pier’ te boek zouden staan.

Jeroen Smit en Charles Huijskens

De volgende spreker was de voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, Leon Kuijs. Kuijs had een paar spannende uitspraken in petto. Zo stelde hij dat de agenten vroeger “grote handen en weinig hersens” hadden maar dat zo’n profiel tegenwoordig niet meer past. Jeroen Smit vond dat de politie best wel eens meer ‘grote handen’ mocht hebben, want het leek soms verdacht veel op een slappe hap. Maar Kuijs vond dat de media vooral op incidenten afgingen en dat het instituut wijkagent een groot belang vertegenwoordigt. Maar, zei Kuijs als uitsmijter, “er zijn bureaus waar jochies van negen om een bepaalde rechercheur vragen als ze weer eens zijn aangehouden”. Kuijs wist ook te melden dat er ruim 400 communicatieprofessionals bij de politie werken. Dat lijkt veel, maar dat is het niet, aldus de aanwezige deskundigen op de eerste rij.

Na Kuijs was het de beurt aan prof. Wessel Ganzevoort, oud-topman van KPMG en tegenwoordig bijzonder hoogleraar Organisatiedynamiek- en innovatie aan de UvA. Zijn insteek was dat de moderne leiders voortdurend bezig zijn om feedback te organiseren. Door die voortdurende feedback zijn ze in staat om continu verbeteringen in de organisatie aan te brengen.

Door alle mooie verhalen was het congres, dat ook al een half uur later was begonnen, inmiddels flink uitgelopen. En zo kwamen eerst de broodjes en werd het paneldebat naar achteren geschoven. Nou, die broodjes waren prima in orde, er speelden wat muzikanten een soort muzak, iedereen moest wel even bellen en na goed 45 minuten kon dan toch het panel beginnen.

In het panel zaten Wilbert Ransz (directeur communicatie van het RIVM), Benno van der Zaag (directeur communicatie van de Nederlandsche Bank), Kirsten Verdel (bekend als vrijwilliger tijdens de Obama campagne) en Noëlle Aarts (bijzonder hoogleraar Strategische communicatie aan de UvA).

Een bijzonder geanimeerd gezelschap, waarbij Jeroen Smit natuurlijk scherpe vragen kon stellen over Nout Wellink, de Mexicaanse griep, de mislukte campagne over inentingen tegen baarmoederhalskanker en de verkiezingscampagne van Obama. Kirsten Verdel, enthousiast twitteraar, vertelde hele belangwekkende dingen over hoe zo’n campagne wordt georganiseerd en hoe heel veel mensen daarbij worden betrokken. Ze wist ook nog te melden dat haar eigen partij PvdA geen belangstelling voor haar kennis en ervaring had en zo kondigde binnenkort aan wie ze bij de verkiezingen gaat helpen. “Daar kunnen nog wel eens oortjes van gaan klapperen”, zei ze opgewekt. Ondanks aandringen wilde ze niet meer zeggen.

Na het panel was het tijd voor een workshop. Ik had gekozen voor “Nieuwe kleren voor de communicatiekeizer?”, geleid door Huib Koeleman, wiens boek ‘Twitteren op je werk’ tijdens het congres verscheen. Het was opnieuw opvallend dat heel veel communicatiemensen helemaal niets doen met alle nieuwe mogelijkheden. Koeleman vertelde over wiki’s, blogs, Twitter, Yammer, Facebook, LinkedIn, Hyves, RSS-feeds, podcasts, Google Wave. Kortom, over alle nieuwe, inspirerende en uitdagende nieuwe ontwikkelingen. Het aardige van deze dingen is dat ze dus gewoon buiten jou om gebeuren. Als je denkt alles onder controle te hebben, dan maak je een ernstige denkfout want voor je het weet gaat je bedrijf of organisatie negatief over de wereld. Hij gaf ook een paar mooie voorbeelden van hoe Bol.com bijvoorbeeld de social media volgt en reageert.

Na de workshop moesten nog 3 sprekers voor het voetlicht treden. En dat terwijl bij HW toch de vermoeidheid wel wat begon te spelen. Eerst kwam Hans Vermaak, senior partner bij Twijnstra Gudde. Hij sprak aan de hand van zijn nieuwe boek ‘Plezier beleven aan taaie vraagstukken’. Het was ook een beetje een taai verhaal en omdat ik mijn aantekeningen ergens heb neergelegd waar ik ze niet meer kan vinden, kan ik hier ook niet zo veel meer over vertellen.

Via een video-verbinding kregen we toen Mark Deuze, hoogleraar Journalistiek en New Media aan de Universiteit van Leiden. Hij sprak vanuit de collegezaal van de University of Indianaover de rol van de communicatieprofessional in een wereld, waarin de rollen van zender en ontvanger totaal veranderd zijn. Iedere consument is tegenwoordig zijn eigen zender. Zoals dit blog, dat is mijn zendinstrument en hier kan ik dus alles schrijven wat ik wil. Vroeger was dat niet mogelijk, toen was ik grotendeels ontvanger en kon alles worden gestuurd door de communicatieprofessionals. Nogmaals opvallend hoe weinig die professionals dan afweten van de nieuwe ontwikkelingen. Alles is tegenwoordig draadloos, draagbaar, genetwerkt en dat betekent dat we niet meer met media leven, maar in media leven. Een betoog dat tot nadenken stemt over hoe we de wereld waarnemen.

De laatste spreker van de dag was Paul Postma, directeur van een eigen marketing adviesbureau. Hij gaf een aantal prachtige voorbeelden van waarom je baas en collega’s handelen zoals ze handelen. Dit alles op grond van neurale onderzoeken. Grappig, frappant, verrassend, gênant, maar met understatement gebracht. Daardoor werd het een lichtvoetig einde. Zijn verhaal is overigens te vinden in het ‘Breinboek voor managers’.

En zo kwam er een einde aan een buitengewoon boeiend congres. Zo eentje waarvan je er niet al te veel tegenkomt.

Mobiele versie afsluiten