De tweede Leidse Salon

Afgelopen zondag was de grote zaal op de eerste verdieping van De Lakenhal weer het toneel van een Leidse Salon, een ‘talkshow’ over de Leidse cultuur. Onno Blom, wiens boek ‘Stad van Verf’ juist was uitgekomen, trad weer op als gastheer van een divers gezelschap en waarbij hij muzikale hulp kreeg van de onovertroffen slagwerker Han Bennink. Die ook achteloos liet zien dat je met je tanden en je wangen kunt drummen.

De eerste gast van Onno Blom was Karina Wolkers, die vertelde over ‘het grote gele doek’, het laatste werk van Jan Wolkers dat net voor zijn overlijden in 2007 gereed kwam. Hij beschouwde dit werk als de apotheose van zijn werk als beeldend kunstenaar. Karina vertelde over het ontstaan van dit doek dat naast de presentatietafel stond opgesteld. De goudgele kleur van het schilderij is geïnspireerd op de herfstbladeren van de tulpenboom naast Wolkers’ atelier. Hij had ooit een stekje gekregen van de hortolanus van de Leidse Hortus Botanicus, die dit op zijn beurt weer had weggehaald bij een heel oude tulpenboom, die bij kasteel Poelgeest in Oegstgeest stond. Ook vertelde ze de pijn en moeite die het Jan Wolkers had gekost om dit doek te maken.

Daarna was het de beurt aan Frits van Oostrom, universiteitshoogleraar in Utrecht. Dit betekent dat hij helemaal zelf zijn programma mag opstellen en indelen. Van Oostrom was de jongste hoogleraar in Nederland ooit. Hij was net 29 toen hij in Leiden tot professor werd benoemd. “Maar daar kwam wel een beetje geluk bij kijken”, zoals hij relativerend opmerkte. Van Oostrom werd vooral bekend door zijn boek ‘Maerlants Wereld’, waar hij zelfs de AKO Literatuurprijs mee won. Hij vertelde een hele aardige anecdote over beeldend kunstenaars, die zich steeds meer gaan gedragen als sterren. Als voorbeeld noemde hij Damien Hirst, die allemaal rare eisen stelde toen zijn ‘For the Love of God’ in het Rijksmuseum werd tentoongesteld. Van Oostrom was, in zijn hoedanigheid als lid van de Raad van Toezicht van dat museum, tegenstander tegen deze pompeuze tentoonstelling. Het beeld werd geschapen dat het ontzettend druk is geweest, maar zei Van Oostrom: “Dat viel nogal tegen, het museum heeft gewoon verlies geleden op Hirst”.

Vervolgens vertelde Koen Hauser over zijn project ‘Catharsis – a work in progress’, dat hij voor Scheltema maakte. Het project bestond uit het interviewen van mensen en hen vragen naar een diep gekoesterde wens. Hiervan maakte Hauser dan een realiteit met passende decors en een groen scherm, waar hij de mensen voor liet bewegen, gekleed in bijbehorende kleding. En zo ontstond een originele film waarin mensen in hun eigen droom acteerden.

Na Hauser mochten Gijsbert van Es en Fred Hermsen het podium beklimmen. Een bevlogen Gijsbert van Es, redacteur bij NRC, vertelde over het Stadslab en zijn idee om een Leids blad te lanceren met de titel ‘De Stijl’. Dit blad moet laten zien wat er allemaal leeft en speelt in Leiden op het gebied van cultuur en kennis. Maar zijn tafelgenoot en meedenker Fred Hermsen, bekend bladenmaker, had toch wel een aantal kritische noten. Want een blad lanceer je niet zo maar, daar moet een heldere visie achter zitten. En Van Es was zo enthousiast, dat het leek alsof hij de realiteit soms even vergat. Gelukkig dat Hermsen hem op het rechte spoor kan houden, maar ‘De Stijl’ moet toch nog voor de zomer verschijnen.

En met deze twee idealistische, bevlogen heren die van Leiden een ‘prachtstad’ willen maken kwam er een einde aan een drukbezochte Leidse Salon. De volgende is op Salon is op 26 september om 15.00 uur. Zet het vast in je agenda, want er komen ongetwijfeld weer hele interessante gasten.

'Het grote gele doek' van Jan Wolkers

2 gedachten over “De tweede Leidse Salon

  1. He, zomaar dit logje gemist/nu pas gezien…..had ik bijna mijn portie culturele opvoeding gemist! (En dit meen ik alles behalve cynisch! Ik geniet hiervan!)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *