Voetballen tussen de slootjes

Vandaag mocht ik weer eens radioverslag doen van een voetbalwedstrijd. Dit keer werd ik naar de wedstrijd tussen Kickers ’69 en Voorschoten ’97 gedirigeerd. De nummer laatst tegen de nummer twee. Eigenlijk zijn dit prachtige wedstrijden, veel mooier dan het betaalde voetbal ooit kan zijn.

Bij aankomst wordt je in de bestuurskamer ontvangen. Kopje koffie, koekje erbij, even praten met de voorzitter over de perikelen van zijn club. Mooie nieuwe tribune staat er inmiddels. Andere gasten arriveren, van de tegenstander, handjes schudden, even babbelen en dan naar het veld.

Want daar moet het gebeuren. En wat voor een veld. Prachtig gelegen tussen sloten en hoge, nog kale bomen, uitkijkend op de weidse Hollandse polders met een donker wolkendek erboven. Een ietwat hobbelig grasveld, dat duidelijk heeft geleden onder de winterse omstandigheden. Altijd weer zorgt de ambiance voor een heerlijke sfeer. De frisse wind in je neus, af en toe wat verdwaalde regendruppels, wat wil een mens nog meer.

Dan wordt het tijd voor de 22 mannen op het veld. Bonkige types, opgeschoren koppies, trekken ten strijde. Vol kracht en energie begint men aan het duel. De bal vliegt soms alle kanten op, maar de spelers, o die spelers, zij rennen er maar achteraan. Zweetdruppels vliegen alle kanten op, rochels belanden in het gras. Voetbal is een mannensport, zó heeft onze grote schepper het bedoeld. Lichamen beuken tegen elkaar, een kwade blik over en weer wordt gevolgd door een vriendelijk tikkie. Het zijn geen doodsvijanden, respect heerst voor de tegenstander.

Na drie kwartier strijd tijd voor een een drankje. Wordt er nog thee geschonken in de rust, die oude traditie? Ja, kan ik volmondig zeggen. Er verdwijnt een grote pot thee in de kleedkamers, waar gulzige lippen zich om een plastic bekertje sluiten. Daarna worden de kousen weer omhoog gesjord, de shirtjes weer in de broekjes gedaan en kan het vervolg plaats vinden.

Opnieuw rennen de gespierden en de slankeren over de steeds gladder wordende grasmat. Hier en daar wordt wat gevloekt als een fraai gedroomde actie de mist ingaat. De bezoekende ploeg scoort het eerste doelpunt. De scheidsrechter wordt omringd door mannen die hem wijzen op een veronderstelde handsbal. De leidsman blijkt een echte, hij leidt de spelers rustig naar de middenstip voor een nieuwe aftrap. De vermoeidheid slaat toe bij de gladiatoren, de ademhaling wordt korter en korter. Beenspieren gaan pijn doen, een aanraking zorgt voor een snelle ter aarde storting.

Na nogmaals drie kwartier komt er een einde aan het zelf verkozen lijden. De warm stomende douche wacht geduldig, het lekkere dorstlessende biertje ook. De verslaggever begeeft zich, ietwat verkleumd, richting bestuurskamer. Waar een schaaltje met blokjes kaas en leverworst klaar staat, en natuurlijk een biertje. Tijdens het napraten blijkt iedereen een andere wedstrijd te hebben gezien, dat is het charmante van nakeuvelen over voetbal. Niemand, en tegelijk iedereen, heeft gelijk, ongelijk bestaat niet.

Nog even een kort interviewtje met de verliezende trainer, die heel tevreden is. Voetbal is een rare sport, waar een verliezer tevreden is. Hij kijkt al vast vooruit naar het volgende seizoen, na de zomer. Dan gaat het allemaal goed komen. Hij ziet er wel Been in. Tijd om door de inmiddels gestaag vallende regen afscheid te nemen en weer naar huis te rijden.

Voetbal in de polder is mooi!

3 gedachten over “Voetballen tussen de slootjes

  1. Dit is voetbalproza en het moet gezegd, ik kan me gemakkelijk inleven. Moet me wel inleven want ik ken dit gevoel zelf niet. En dat is dan weer het mooie van proza, dat overal over kan gaan.
    Goed gedaan HW

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *