Zaterdag 5 maart was zo’n drukke dag. Soms kun je beter gewoon gaan werken en geen andere dingen doen, dat is veel eenvoudiger. ‘s Ochtends snel de stad in, brood halen en uiteraard even langs bij slager Van der Zon. Dan weer gauw richting huis, voorbereiden voor het radioverslag van Oegstgeest tegen Zevenhoven, voor Alphen Stad FM. Beide ploegen zijn mij vreemd, dus duik ik even de voetbalannalen op internet in om iets meer te weten te komen over prestaties, vereniging, enz.
Rond half twee stapt HW in de auto, richting Oegstgeest. Eerst was het grote plan om met de fiets te gaan, maar dat is niet meer haalbaar. Want je moet natuurlijk wel op tijd zijn voor de opstellingen en de prognoses van de clubbestuurderen. Altijd gezellig, in de bestuurskamers van de verenigingen, veel herinneringen uit de oude doos. Oegstgeest is hier geen uitzondering op.
De wedstrijd zelf is van een aardig niveau. Tweedeklassers met technisch verzorgd spel, een iets beter Zevenhoven qua ploeg, maar een Oegstgeest dat uiteindelijk met 1-0 aan het kortste eind trekt. Na afloop is iedereen het er over eens, Zevenhoven heeft veel kansen gemist en daardoor niet gewonnen. Een oude voetbalwet heeft weer opgeld gedaan. De voorzitter van Zevenhoven is er ‘ziek’ van en blijft dat ook nog wel een paar dagen, zo verzekert hij mij. Na afloop de traditionele lekkere warme snackhapjes, met een lekker biertje. Een fijne afsluiting van een leuke voetbalpot.
Dan snel naar huis, eten en gereed maken voor het avondconcert. Het ‘Requiem’ en de ‘Krönungsmesse’ van Mozart, in de uitvoering van het Bach Koor & Orkest, onder de gedreven leiding van Pieter Jan Leusink. Het concert is in één van de mooiste Leidse kerken, de Hooglandse Kerk.
Buiten staat al een lange verwachtingsvolle rij te wachten voor de nog gesloten deur. Nou moet ik u eerst even melden dat ik bepaald geen kenner ben van het klassieke genre en zeker geen klassiek consument. Maar omdat HW de kaartjes voor half geld via Groupon kon aanschaffen, dacht hij na ampel beraad, “laten we het maar eens doen”.
En zo zaten HW en eega rond een uur of acht keurig op een te hard en te klein houten klapstoeltje in de kerk. In spannende afwachtingvan wat komen zou. Na enig wachten kwamen de muzikanten het podium op, een redelijk laag podium dat voor niet al te grote mensen achter in de kerk, zoals HW, moeilijk te zien was. Zeker toen de concertganger voor hem zijn grote hoofd ook telkens schuin boog om iets op te vangen. Met als resultaat dat HW wel alles hoorde, maar niet alles zag.
Enfin, het concert opende met Mozart’s Symfonie in g, nr. 40 (KV 550). Een allerbekendst deuntje dat zelfs HW foutloos kon meefluiten meeneuriën. Daarna volgde de Krönungsmesse (KV 317), waarbij de solisten ook een partijtje mochten meeblazen zingen. En toen was het al weer pauze.
Tijd voor een kopje koffie, aansluiten in de rij, koffie uit de kan (met een koekje). Bleek er nog een collega van eega te zijn, die ook maar eens had besloten om naar een klassiek stuk te gaan. Soms moet je gewoon van die dingen doen. HW kwam ook nog een bestuurder van zijn in ontbinding verkerende organisatie tegen, die vriendelijk wuifde (maar waarschijnlijk ook niet weet waarom we in ontbinding zijn).
Pauze voorbij en tijd voor het meesterwerk. Want zo wordt het Requiem (KV 219) wel genoemd, Mozart’s meesterwerk. Het orkest speelde dat het een lieve lust was, het koor zong alle sterren uit de hemel en de solisten waren erg solistisch bezig, hoewel ze ook met zijn allen samen zongen. Het klonk prachtig in de Hooglandse Kerk, maar ik vind het altijd zo jammer dat je zo ‘statig’ naar zulke muziek moet luisteren. Je wordt geacht bijna in adoratie alles te aanbidden. Persoonlijk zou ik liever met een pilsje in de hand, staand aan een tafeltje, luisteren. Dat zou mij nog meer plezier bezorgen. Maar goed, er heerst gewoon een klassieke etiquette en die hoort moet gevolgd worden.
Overigens is het vermakelijk dat de solisten, als ze klaar zijn met hun deuntje, in rij naar hun stoelen wandelen, waarbij eerst de vrouwelijke solist moet gaan zitten waarna de mannen na een knikje van de ‘hoofd’man ook mogen gaan zitten. Kostelijk! En ik vraag me ook af waarom iedereen in het zwart is gekleed. Zou dat zijn omdat het een ‘voorname’ aangelegenheid is?
Maar goed, al met al was het toch wel een ervaring. Op naar Bach, zal ik maar zeggen! En zo zijn we weer een paar dagen opgeschoten in de rubriek ‘druk, drukker, drukst’. Morgen meer over de zondag met de 20 van Alphen.
Het vreende is dat die gedwingen plechtstatuigheid alleen maar in de zaal is. Bij het Prinsengrachtconcert gaat het wel even andewrs.
Als ik slagerij Van der Zon lees, moet ik altijd aan Nico Dijkshoorn denken… Volgende week Boekenweek, z’n nieuwe boekje maar even kopen!
Die harde houten stoeltjes komen me bekend voor, maar de ambiance maakt natuurlijk veel goed en de muziek zelf maakt ‘t geheel af.
Zwart leidt niet af want anders ga je maar kijken naar die verschillende outfitten en daar kan de muziek onder leiden dus een terechte keuze voor uniforme kleding.
Ieder in een grijs steepjespak zou echter ook heel kunnen en voorwaar . . dit staat dames ook perfect en de vrouwelijke vormen daarin worden dan juist nog wel meer geaccentueerd.
Bijzondere solisten (zangeressen) dragen vaak een bijzondere (bal)jurk die bijzonder kan afleiden van de hoge- of mezzo sopraan als deze te opzichtig is.
Het was voorwaar weer een cultureel gebeuren HW waar je met je neus bovenop zat en dat was fun lijkt me.
deze log komt weer veel dichter bij huis over en ja ik heb het net andersom.
Bij Dijkshoorn moet ik aan vd Zon denken.