
Een paar maanden geleden ging de telefoon. “Pap, je wordt opa”, hoorde ik zodra ik de telefoon opnam. Ik moest even slikken, wennen aan het idee dat zoonlief vader zou worden. En ikzelf natuurlijk opa.
“Dat is leuk, jongen”, antwoordde ik, niet wetende hoe je eigenlijk in zo’n situatie hoort te reageren. Is daar een soort etiquette voor? Bij opa’s en oma’s heb ik altijd een beetje een stoffig beeld. Niet dat dit realistisch is, maar ja, het is wel het beeld dat een beetje door de reclame wordt geschetst. Ik zou dus ook gaan behoren tot die klasse, met fietsen met traphulp, blije fietsvakanties en andere seniorenaccessoires. Dit flitste allemaal in een fractie van een seconde door mijn ‘upper-room’.
Daarna volgde het hele verhaal, over zijn vriendin Nancy en dat hij heel blij was en dat het spannend was en nieuw en nog heel veel meer. Hij wist het zelf natuurlijk ook nog niet zo lang, dus dan tuimelen je gevoelens allemaal over elkaar heen.
Daar kwam bij dat zijn vriendin Nancy in Manado woont. Aan de andere kant van de wereldbol dus zo’n beetje, op de noordpunt van Sulawesi.
Afgelopen vrijdag vertrok hij weer naar de verre tropen. Om daar samen met zijn vriendin de geboorte af te wachten en er natuurlijk bij te zijn. En om allerlei zaken te regelen, want Indonesië is geen Nederland. Geen verzekering, dus alles zelf betalen (en er is geen prijslijst met vaste prijzen). Alles zelf regelen, huisvesting, internet (ja, dat is ook belangrijk) en nog een heleboel andere zaken. Samen met zijn vriendin.
Zonder de hulp van een thuisfront, want dat zit aan de andere kant van de wereld. Te wachten op foto’s en filmpjes, benieuwd naar het kleinkind. Dus voorlopig nog geen wandelen over de Breestraat, achter een buggy of zoiets.
Alles zelf moeten doen in den vreemde. Met als bedoeling om daar uiteindelijk te blijven, werk te vinden, een bestaan op te bouwen. Ik vind dat dapper en moedig. Daarom is mijn zoon een held. Nee, niet zo maar een held, maar mijn HELD!