Tyrannosaur is de eerste grote film van de bekende Engelse acteur Paddy Considine. Met, zoals het in de beste Britse traditie hoort, een aantal ijzersterke karakteracteurs. Het is ook een film in de Britse sociaal-realistische stroming, bekend van mensen als Mike Leigh en Ken Loach.
De film begint keihard. Joseph (Peter Mullan) komt dronken en zwaar gefrustreerd uit een bookmakerskantoor. Buiten ligt zijn hond op hem te wachten. Totaal gefrustreerd geeft hij zijn hond een geweldige doodschop. De reactie in de zaal is direct, afwijzend, bijna kokhalzend. Feitelijk was Joseph gek op zijn hond, zijn enige maatje nog op deze droevige wereld.
Langzaam groeien Joseph en Hannah naar elkaar toe, want het blijkt dat ook Hannah een duister verleden heeft. Mishandeling, vernedering en verkrachting binnen haar, naar buiten toe, perfecte huwelijk zijn haar deel. Uiterlijke schijn is niet altijd de realiteit. Later in de film komt er nog een ’twist’ in het verhaal, die ik hier niet zal onthullen maar die wel heel realistisch past binnen het verhaal.
Considine vertelt het verhaal zonder opsmuk, recht voor zijn raap. Daardoor krijg je ook begrip voor de omstandigheden waaronder mensen leven en de keuzen, die ze in hun leven maken. Wellicht zijn de keuzen niet altijd even goed, maar de film laat ons zien dat mensen door gebeurtenissen plots in andere omstandigheden terecht kunnen komen. Het kan iedereen overkomen!
De twee hoofdrolspelers spelen de sterren van de hemel en ook de bijrollen zijn uitstekend bezet. Wat mij betreft de tot nu toe beste film die ik deze week heb gezien op het Leids Film Festival.
Mijn waardering is een 9.