Op Koninginnedag is het altijd feest. Niet omdat Hare Majesteit jarig is, welnee, maar omdat ik zelf jarig ben. Jawel, hoppa, borf, gurgel. En dat al 63 jaar lang. Ai, nou weet u ook al mijn leeftijd. Liet ik die daar pardoes zo maar vallen. Nou ja, maakt niet uit.
Al op jonge leeftijd kwam ik erachter dat mijn verjaardag een special was. Altijd vlaggen, vroeger zingen bij de aubade, spelletjes en wat dies meer zij.
Zo ook dit jaar dus. Allemaal mensen in het oranje, vlaggen alom en een feestelijke stemming in de stad. En dat allemaal voor mij. Minzaam schrijdend door de stad merkte ik op de Nieuwe Rijn een nieuwsoortig waterpolo op, met een kano. Grappig om te zien.
Op de Hooglandse Kerkgracht was het een drukte van belang met allemaal kinderen, die iets wilden verkopen. Kasten waren leeggekieperd en nooit meer gebruikte voorwerpen, waarvan men het bezit niet eens meer vermoedde, lagen onder het vrolijke oranjezonnetje uitgestald. Te koop, dat was het motto. En enkele slimmerik speelde muziek en hoe krakkemikkig ook, vertederde ouders deden een greep in hun beursje. Per slot van rekening moeten de crisismaatregelen nog ingaan, dus nu kon het nog wel.
De Breestraat was ingericht als een antiek- annex curiosamarkt, waarbij de benaming ‘rommelmarkt’ eigenlijk ook wel van toepassing was. Ongelooflijk wat mensen allemaal vergaren om dat weer aan een ander te gaan verkopen. Werkelijk alles viel er te zien, van ouderwetse videobanden tot fraaie sieraden.
Na de oudheid van een aantal zaken op de Breestraat te hebben gecheckt besloten HW en eega maar een eind te maken aan de majesteitelijke rondgang. Minzaam groetend verorberden wij nog een smakelijk ijsje van Maciotto en via een inmiddels geheel oranje gekleurd Plantsoen schreden wij naar ons binnenstedelijke verblijf voor een kopje koffie met een frambozentaartje.
Ja, dat schreiden door de stad heeft wel wat, vooral in zulk mooi weer zoals op de betreffende koninklijke dag. Helaas waren we niet in Leiden, want had je graag ‘ en face’ gefeliciteerd met je 63 jarige verjaardag.
Ik schreed met mijn gezellin door Vlissingen op 30 april. De buit: een klein transistor radiootje uit de 50er jaren voor 50 ct. omdat ik die verzamel – een soort van regressie verzamelen gezien ik me de luxe van die radiootjes in mijn vroege jeugd niet kon veroorloven – alsook een superkitsch plastic gouden saxofoontje op een stukje zwart glimmend doek met een stukje notenschrift erbij en dit alles achter een plastic frame met passepartout in een houten kastje. Ja, daar had ik dan wel 2,50 euro voor over zonder afdingen.
Echt geen kunst maar kitch, maar toch . . . een trouvaille in mijn beleving, superleuk en swingend.
En . . . wat maakt ‘t uit eigenlijk allemaal?
Ik had natuurlijk ook een bod op het miniscule schilderijtje ‘de schreeuw’ kunnen doen, maar vond het de moeite niet waard. Geld speelt natuurlijk geen rol in deze.
Die 120 miljoen is het helemaal waard, al is het maar omdat hiermede eens te meer is aangetoond dat onze wereld niet meer helemaal spoort, als deze dit ooit al gedaan heeft.
De sjeik die het aangekocht heeft had . . . natuurlijk ook een wandelingetje kunnen maken door ons mooie Leiden of wellicht door Vlissingen of all places en zich voor een kleine 3 euro ook hebben kunnen laven en bevredigen, regressietherapie effect inclusief.
Maar enfin, de sjeik heeft anders besloten en is nu de gelukkige bezitter van de reele menselijke schreeuw over de waanzin van deze tijd.
Zo blijft Leiden toch een stad van onrtdekkingen. Heb veel gezworven die dag en veel foto’s gemaakt voor weblog, maar wist niet dat er ook een ‘vrijmarkt’ was op de Hooglandse Kerkgracht. Benieuwd of WA als koning je verjaardagsfeestje op 30 april blijft vieren.