
Regie: Guido van Driel
Met Yorick van Wageningen, Goua Robert Grovogui en Jeroen Willems. Meer over deze film bij de IMDB
De openingsfilm van het Rotterdamse filmfestival, ook geselecteerd voor de Tiger Award (niet gewonnen). De film vertelt ons twee verhalen. Het ene verhaal gaat over de keiharde Amsterdamse crimineel Ronnie, die zijn hand niet voor een zware mishandeling omdraait, en het andere verhaal gaat over de asielzoeker Eduardo, die in een asielzoekerscentrum in Dokkum verblijft.
Eduardo zien we ondertussen naar de IND reizen, en onverrichterzake weer terugkeren. De onzekerheid zorgt voor een grote spanning bij de jonge asielzoeker, die de bomen als een soort natuurgoden ziet.
Ronnie, die tijdens de aanslag een wapenschild zag op de pols van de dader, komt erachter dat dit het wapen van Dokkum is. Dus reist hij af naar Dokkum. Wat hij daar wil doen blijft in het vage, want hij is compleet veranderd. Hij is een soort lieve, aardige gezette man geworden, die geen spoor meer vertoont van de agressieve crimineel.
Voor zover de twee verhaallijnen. Volgens de publiciteit zit er een magisch-realistisch tintje in de film, in Dokkum of all places. Dat moet dan de verhouding zijn tussen de asielzoeker en de bomen, want verder kan ik het niet zo ontdekken. De regisseur vond er ook wel iets van Tarantino inzitten. Ja, als je het uitzuigen van een oog zo wilt noemen, vooruit. Maar meer ook niet.
Eigenlijk is het een maffe film, waarbij je jezelf voortdurend afvraagt “waar gaat dit eigenlijk over?”. Kan natuurlijk de bedoeling zijn van de maker, maar eigenlijk is het een verhaal dat ineens afgelopen is. Zonder einde, zonder dat je weet wat er nou eigenlijk is gebeurd. En dat zijn voor mij dan altijd de wat mindere films. Overigens speelt Yorick van Wageningen zijn rol met grote overtuiging, dat is dan een mooie meevaller.
Mijn waardering is een 6.
Hieronder de trailer.