Zo las ik onlangs het nieuwste boek van de IJslandse meesterschrijver Arnaldur Indridason, Schemerspel geheten.
1972. Reykjavik, hoofdstad van IJsland. Bobby Fischer en Boris Spassky staan op het punt om met te beginnen met hun inmiddels fameuze strijd om het wereldkampioenschap schaken. De Koude Oorlog speelt mee, de strijd tussen de VS en de Sowjet Unie. Goed tegen kwaad. Tegen deze achtergrond speelt Schemerspel zich af.
Midden in deze drukte en chaos, Reykjavik loopt over van de buitenlanders, wordt de jonge scholier Ragnar in een bioscoop vermoord. Het is volstrekt onduidelijk waarom dit is gebeurd. Er lijkt geen enkel motief.
Marion Briem leidt het onderzoek en niet de vaste hoofdpersoon in Indridason’s boeken, de immer droevig gestemde Erlendur. Marion komt in de andere boeken voor als de oudere collega, die inmiddels al met pensioen is. Maar omdat dit verhaal zich in 1972 afspeelt, is ze hier nog een viefe vijftiger.
Indridason beschrijft het recherchewerk stap voor stap, in zijn bekende sobere schrijfstijl. En beetje bij beetje wordt duidelijk wat zich in de bioscoop heeft afgespeeld, en vooral waarom. Daar tussendoor speelt het levensverhaal van Marion zelf. Waarom is ze geworden wie ze is, ook dat wordt langzaam duidelijk. Naar het eind toe neemt de spanning langzaam toe en dan blijkt ook dat er een politieke achtergrond is.
Zoals alle boeken van Indridason is dit weer een prettig leesbaar boek. Het verhaal wordt duidelijk, maar redelijk traag verteld (niet geschikt dus voor lezers van flitsende misdaadboeken), maar je kunt wel genieten van het ingetogen taalgebruik. Geen weidse omschrijvingen, maar gewoon rechttoe rechtaan. Ik hou daar wel van.
Arnaldur Indridason – Schemerspel (Einvigid) – 2011 Uitgeverij Q Vertaling Adriaan Faber (2013)