Plotseling gaat rond een uur of twee de bel. Dat kan de pakjesman van TNT niet zijn, want die komt altijd ‘s-ochtends om vooral pakjes voor de diverse buren af te leveren.
Het kan ook geen meteropnemer van een of andere energieleverancier zijn, want die zijn al geweest. En een collectant op dit tijdstip is ook hoogst onwaarschijnlijk. Dat weet ik nog uit mijn vroegere leven, toen ik nog met stroopwafels langs de deur ging (heel lang geleden al). Want je wacht altijd op het meest gunstige moment dat mensen ook thuis zijn.
Wat kan het dan zijn. Nieuwsgierig loop ik naar beneden en zie de donkere man voor de deur staan. Geen idee of het een Afrikaan, een Surinamer of een Antilliaan is. Op zijn arm draagt hij een dikke map met papieren. Toch een verkoper, denk ik. Meestal wimpel ik die zo snel mogelijk af.
Maar ik wil toch wel even weten wat hij dan te verkopen heeft. Als ik de deur open doe, verschijnt er een brede, hoopvolle glimlach op zijn gezicht. Hij begint te praten, met een beetje vreemd accent. Alsof het praten hem moeite kost. Het valt me ook op dat hij maar een tand in zijn mond heeft. Althans, dat is wat ik zie en wat mij opvalt.
Zijn manier van praten dwingt mij om geconcentreerd te luisteren. Hij vertelt dat hij een dakloze is, die geld probeert in te zamelen voor de nachtopvang. Die kost hem 4,50 euro. En hij heeft bedacht dat hij daarvoor zijn gedichten, zelf geschreven, gaat voordragen. En dat degene die naar hem wil luisteren dan minimaal 2 euro betaalt. Daarvoor krijg je dan ook nog het gedicht op papier, voorzien van naam en handtekening van de kunstenaar.
Ik vind dit een geweldig idee en zeg hem dat ik graag wil luisteren. Waarna hij op een geheel eigen, unieke wijze begint met het voordragen van het gedicht Je wereld zonder huis. Met onverbloemd enthousiasme en nauw verholen trots, wiebelend van zijn ene op zijn andere been, draagt hij zijn gedicht voor.
Ik geef hem 2,20 euro, alle kleingeld dat in huis is. Hij is er blij mee en ik neem me voor om hem een volgende keer 5 euro te geven. Als hij nog een keer langs komt. Ik krijg mijn gedicht en zie dat hij Glenn heet.
Hij blijft nog even staan en praat nog wat door. Kennelijk is hij verrast dat iemand naar hem wil luisteren. Nadat ik afscheid van hem heb genomen, hoor ik de bel bij de buren gaan. Ik hoor dat de deur na 10 seconden weer dichtgaat.
Mijn deur staat ook open voor Glenn.
Prachtinitiatief!
Bewonderende groet,
Waarom ook niet? Ik kocht ooit wel eens een schilderij aan de deur dat duurder deed dan deze dolende declamerende dakloze declareerde.
Ik heb op straat wel eens een gedicht van hem gekocht, mooi figuur is het. Stom toevallig had Monique Shaw, de stadsfotografe, hem vanmiddag bij toeval op de foto gezet. Ze liet mij de foto vanmiddag zien, kom ik thuis en lees ik jou blog, mooi toeval.