Het grote bijzondere aan deze film is het feit dat deze in één take is opgenomen. Er is dus niets gemonteerd in de beelden. Dat is een heidense klus om te doen, waarvoor een groot respect op zijn plaats is.
Dat gezegd hebbende kijk je misschien wel met iets ander ogen naar deze film.
De film begint in een Berlijnse discotheek, vage knipperende beelden (slecht voor mensen met epilepsie), dreunende muziek en dansende mensen. Langzaam wordt het beeld helder en krijgen we Victoria (Laia Costa) in beeld. Een jonge Spaanse die nog niet zo lang in Berlijn is. Ze verlaat de disco en komt buiten vier jongens tegen. Als je die jongens ziet, dan wet je al dat dit geen gewone burgermannetjes zijn. Tikkeltje aangeschoten, een van de jongens staat boven op een autodak. Ze wordt door de jongens uitgenodigd om met hen mee te gaan. Dat doet ze en voor mij begint het hier te wringen, want doet een normaal meisje dit? Midden in de nacht meegaan met vier wildvreemde jongens, typjes onguur.
Enfin, ze gaat mee en komt dan in een draaikolk van gebeurtenissen terecht. Want een van de jongens blijkt een ereschuld te moeten inlossen bij een onderwereldfiguur. En dat leidt tot een bankoverval en doden. En passant ontstaat er ook nog een romantische verhouding met Sonne (Frederick Lau). Ik ga hier niet de plot vertellen, maar het tempo is ongenadig hoog vanaf het moment dat de overval plaatsvindt.
“Victoria” is een boeiende film met twee helften. Een rustig eerste deel met een romantische plot en daarna het overweldigende actiedeel. De film wordt gedragen door Laia Costa, die door haar spel de talrijke ongeloofwaardigheden bijna doet vergeten. Het camerawerk is fabuleus.
Maar de minpuntjes zijn toch de talloze ongeloofwaardige ogenblikken en keuzes, die worden gemaakt. Daardoor is de film net niet perfect.
Mijn waardering: een 8.
Regie: Sebastian Schipper
Met: Laia Costa, Frederick Lau, Franz Rogowski en Burak Yigit
Duur: 138 minuten
IMDb waardering: 8.2
“Mistress America” is de nieuwe film van Noah Baumbach, bekend van “Greenberg” en “Frances Ha”. Deze film is een logisch vervolg op de voorgangers.
Tracy (Lola Kirke, bekend van de tv-serie “Mozart in the Jungle”) is net in New York aangekomen voor haar studie aan Barnard College. Ze kent niemand en probeert aansluiting te vinden via haar hobby, het schrijven van essays en korte verhalen. Maar het literatuurclubje is nogal snobistisch en met haar schrijfkameraad Tony (Matthew Shear) wil het ook al niet helemaal lukken.
Haar moeder, die op het punt staat te hertrouwen, suggereert om contact op te nemen met de dochter van haar komende man. Dat blijkt de 30-jarige Brooke (Greta Gerwig) te zijn, een wervelwind die onophoudelijk aan het woord is en vol met ideeën zit voor toekomstige ondernemingen. Ondertussen merken we dat ze drie kleine baantjes heeft waarmee ze maar net kan rondkomen. Maar geen gebrek aan grootse visies.
Op een gegeven moment heeft Brooke het idee om een restaurant te beginnen. Met in het restaurant een kapsalon en vooruit, ook nog een aantal andere dingen. Echter, een probleem, ze heeft geen geld maar wel een pandje op het oog. Daarom bezoekt ze haar vroegere vriendin Marie-Claire (Heather Lind), waarvan ze zegt dat die vroeger een idee van haar heeft gestolen waarmee ze ontiegelijk rijk is geworden. Marie-Clarie heeft overigens ook haar oude vriend ingepikt en niet te vergeten, de twee poezen.
Marie-Claire ziet haar liever niet komen in haar supermoderne en strakke villa in Connecticut. Maar Brooke zet door en dan gebeurt er van alles in dat prachtige pand. Uiteindelijk ontstaat er ruzie tussen Tracy en Brooke, omdat uitkomt dat Tracy een kort verhaal heeft geschreven, gebaseerd op de avonturen van Brooke. Een messcherpe analyse.
In sommige opzichten doen films van Baumbach denken aan die van Woody Allen. In het bijzonder de vele teksten en scherpe analyses, het ontbrekende zelfvertrouwen bij de hoofdpersonen, de daaruit volgende worsteling met het leven. Toch mist Baumbach net die finesse die een Allen wel kent.
Mijn waardering: Probleem bij deze film was dat die niet was ondertiteld. En dat betekende dat ik de film wel in grote lijnen kon volgen, maar de woordenbarrages waren vaak niet goed te volgen en dan mis je toch de kleinigheden, die wel belangrijk zijn. Daarom geen waardering voor deze film, maar wel de intentie om hem later nog eens ondertiteld te zien.
Regie: Noah Baumbach
Met: Lola Kirke, Greta Gerwig, Michael Chernus en Matthew Shear
Duur: 84 minuten
IMDb waardering: 7.3
De tweede IJslandse film tijdens dit festival en opnieuw een pareltje.
De 43 jaar oude Fúsi woont nog steeds bij zijn moeder. Hij is een enorme man met een groteske omvang. Fúsi werkt op het vliegveld, hij zorgt voor het laden van de bagage in de vliegtuigen. Op zijn werk wordt hij door jongere collega’s af en toe gepest. Ze zijn vooral benieuwd of hij het al eens heeft ‘gedaan’ en doe dat dan moet, gelet op zijn omvang.
Fúsi heeft één hobby. Het nabouwen en naspelen van WO II veldslagen. Thuis heeft hij de Slag om El Alamein nagebouwd en samen met zijn enige vriend speelt hij andere veldslagen na in diens garage. Een andere liefhebberij is om met de auto langs de havenkade te gaan staan en naar het water te staren. Vaak vraagt hij dan een verzoekplaat aan bij de radio, waar ze hem inmiddels goed kennen. Zijn muziek, heavy metal.
Op zijn verjaardag krijgt Fúsi een cowboyhoed en een cursus linedancen van de vriend van zijn moeder. Zij willen graag dat Fúsi wat meer sociale contacten krijgt. Na een aanvankelijke weigering besluit Fúsi om dan toch maar een keer te gaan. En zo komt hij in contact met Sjöfn, een aardige vrouw die hem vraagt om haar thuis te brengen vanwege zo’n beruchte IJslandse sneeuwstorm.
Dit eerste contact leidt tot meer. Sjöfn is gek op bloemen en zegt in een bloemenwinkel te werken. Ze vraagt of hij wel eens met vakantie gaat. Dat heeft Fúsi nog nooit gedaan en als ze vraagt waar hij dan naar toe zou willen gaan, noemt hij de zon van Egypte (El Alamein natuurlijk). In zijn onschuld gaat hij direct naar een reisbureau om een reis voor twee te boeken.
Op een gegeven moment komt Fúsi erachter dat Sjöfn niet in een bloemenwinkel werkt maar als vuilophaler. Dit leidt tot een aanvaring. Dan blijkt Sjöfn niet meer op haar werk te komen en ook bij het linedancen is ze er niet meer. De woning van haar is en blijft donker. Fúsi slaat een ruitje in en vindt Sjöfn in een kast. Ze blijkt een ernstige depressie te hebben. De woning is inmiddels ernstig vervuild en Fúsi gaat aan de slag. Hij maakt schoon, maakt eten voor haar, verzorgt haar helemaal.
Op een gegeven moment vraagt ze Fúsi of hij bij haar wil intrekken. Na enig misverstand wil hij dit wel, maar op de verhuisdag komt ze hierop terug. Ze kan het toch niet aan.
Aan het einde van de film zien we Fúsi in zijn eentje vertrekken naar Egypte. En hij heeft een pand gekocht waar Sjöfn graag een bloemenwinkel zou willen beginnen.
“Virgin Mountain” is een prachtige film in al zijn eenvoud. Een rustig verteld verhaal waar toch heel veel thema’s worden aangestipt. Pesten op werk, depressies, eenzaamheid, verlaten worden, het komt allemaal voorbij. En dat alles op een gewone alledaagse manier. Het einde van de film laat ons denken dat Fúsi zijn eigen weg heeft gevonden, hij gaat zelf vorm geven aan zijn leven.
Je zou wensen dat alle mensen Fúsi’s waren, in oprechtheid en toewijding.
Mijn waardering: een 8.
Regie: Dagur Kári
Met: Gunnar Jónsson, Margrét Helga Jóhansdóttir en Franziska Una Dagsdóttir
Duur: 94 minuten
IMDb waardering: 7.6