Het is altijd een plezier om naar ‘s-Hertogenbosch te gaan. Met de trein doe ik er vanuit Leiden ongeveer 1½ uur over en dan sta je aan de rand van de Bossche binnenstad. Lopend naar die binnenstad is de bakkerij van Jan de Groot de eerste hindernis. Hoe kom je daar voorbij zonder eerst even een Bossche Bol tot je te nemen.
Maar goed, al doorlopend en later rechtsaf kom je zo op de Markt terecht. Nu wil het geval dat er een hele mooie tentoonstelling in die hele mooie stad is, een unieke tentoonstelling met werken, die je van je leven waarschijnlijk nooit meer zult zien. Namelijk een heleboel werken van Jheronimus Bosch, een schilder die een fantastisch oeuvre heeft achtergelaten. De tentoonstelling heeft niet voor niets de ondertitel “Visioenen van een genie”.
Wij waren al geruime tijd van plan om deze tentoonstelling te bezoeken, maar ja, dan vergeet je wel eens kaartjes te kopen. Maar op een gegeven moment besloten we toch maar om de website van het Noordbrabants Museum eens aan te klikken. Waarna bleek dat er alleen nog avondkaarten te koop waren (op bepaalde avonden). Voor de rest was alles al stijf uitverkocht. Er zat dus niets anders op dan deze avondkaarten te kopen en zo trokken we op zondag 17 april de stoute schoenen aan en stapten in de trein naar Den Bosch.
Als kind was ik al gefascineerd door de platen van Bosch. En van Dalí. Ik had toen nog niets met kunst, maar de fantasierijke beelden van deze schilders brachten kennelijk mijn kinderlijke fantasie in beweging. Om mij heen hoorde ik van anderen ook dat ze juist door deze twee mannen waren gefascineerd. En eigenlijk is dat niet zo raar, want zowel de werken van Bosch als die van Dalí zitten vol met vreemde creaturen en onbestemde zaken. Heel intrigerend allemaal voor een kinderbrein. Rembrandt en andere grote meesters vond ik in die tijd saai.
Jheronimus Bosch, tegenwoordig voor het gemak ook wel Jeroen Bosch genoemd, wordt beschouwd als de belangrijkste kunstenaar van de late middeleeuwen. Een tijd waarin de rooms-katholieke kerk vaak opdrachtgever was om het christelijke geloof zichtbaar te maken en te verspreiden. Uiteraard met een juiste uitbeelding van hemel en hel. In de werken van Bosch zie je dit heel sterk terug, maar hij doorbrak de braafheid die tot dan toe heerste. Bosch ontwikkelde een heel nieuwe beeldtraditie, gaf een nieuwe invulling aan bestaande motieven en bedacht nieuwe composities. Vermaard werd hij door de vele afbeeldingen van fantastische wezens, die al dan niet een mens verslonden.
Kortom, naar de werken van Bosch kun je urenlang kijken omdat je telkens weer iets nieuws ontdekt. Uiteraard lukt dat niet bij een tentoonstelling waar je maar een paar uur de tijd hebt om alles te bekijken. Je komt dan ook vele ogen te kort bij al deze fantastische schilderijen en tekeningen.
Persoonlijk heb ik alle werken van dichtbij kunnen aanschouwen. Met enig geduld kom je uiteindelijk op de eerste rij terecht en dan kun je pas de talrijke details zien, die zijn werk zo uniek maken. En om 11 uur ‘s-avonds verlieten wij het Noordbrabants Museum met een verlicht hoofd, wandelend door het magisch-middeleeuwse Den Bosch, waar de demonen op iedere donkere straathoek loerden. Gelukkig was het hotel dichtbij. Maar de invloed van de duivelse hallucinaties leidde er wel toe dat we de volgende dag onze Bossche Bollen pardoes in de terugtrein lieten staan.
En als u nu uw nieuwsgierigheid is opgewekt, moet ik teleurstellen. Want de tentoonstelling, die nog tot en met 8 mei duurt, is helemaal uitverkocht.