Sinds een hele poos weer eens een boek gelezen. Dat moest wel vanwege de leesclub, waar ik sinds enige maanden weer aan deelneem. Dit keer stond o.a. “De heilige Rita” van Tommy Wieringa op de rol.
Deze roman speelt zich af in de streek tussen Almelo en de Duitse grens. Tommy Wieringa, van geboorte een Tukker, heeeft hier een hele tijd gewoond. Het is een streek met leeglopende dorpjes en buurtschappen, te midden van een prachtige natuur.
De hoofdpersoon is Paul Krüzen, een man van middelbare leeftijd, nooit getrouwd en samenwonend met zijn vader op een beetje verwaarloosde boerderij. Paul is handelaar in militaria. Daarvoor stroopt hij stad en land af op zoek naar handelswaar. Zijn vader is Aloïs, die door Paul verzorgd wordt. Hij heeft een soort gangreen aan zijn been.
Vriend van Paul is Hedwiges Geerdink, eigenaar van een verlopen kruidenierswinkel. Hij leeft helemaal afgezonderd van iedereen, gaat samen met Paul naar het dorpscafé en naar Club Pacha, een bordeel net over de grens. Ze kennen elkaar van kinds af aan. Samen gingen ze ook op vakantie, naar Thailand of de Filipijnen.
Het boek begint in de jaren zestig, als Aloïs trouwt met Alice Klein. Hun huwelijksreis voert o.a. naar Amsterdam, de grote stad waar Alice wel blijkt te kunnen gedijen en waar Aloïs zo snel mogelijk weer naar huis wil. De eerste kiemen van een tot mislukken gedoemd huwelijk zijn gezaaid. Niet lang daarna wordt Paul geboren.
Op een goede dag stort een landbouwsproeivliegtuigje neer in het maisveld van Aloïs. De piloot is Anton Rubin, een Rus die naar Denemarken wilde vluchten. Anton komt na zijn ziekenhuisopname bij de Krüzens in huis om verder aan te sterken en daarmee is het paard van Troje binnengehaald. Want niet veel later vertrekt Alice met Anton om nooit meer terug te keren. Haar zoon Paul laat ze bij zijn vader achter.
En zo ontwikkelt zich het verhaal in het fictieve dorpje Mariënheem. In het dorp gebeurt hoegenaamd niets, de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Niet helemaal, want er komt een Chinees restaurant. Maar die gaan aan het eind ook weer weg.
Het boek behandelt eenzaamheid en isolement, want iedereen vertrekt en Paul blijft achter. Zijn moeder is weggegaan, Hedwiges gaat dood, zijn vader wordt opgenomen en hij zit alleen. Eigenlijk het verhaal van de migratie van het platteland richting stad. De ouderen blijven achter en sterven uit en zo verdwijnen dorpjes en buurtschappen, die eens hecht in elkaar zaten.
Ook de spanning tussen de verschillende culturen komt aan bod. De Chinezen bv. wortelen niet echt in de gemeenschap en dat begrijpt Paul niet zo goed. Tegelijkertijd is er een spanning tussen oost en west. Rusland was de vijand, is de vijand en zal altijd de vijand blijven. Maar ook de spanning tussen het oosten, het ‘boerenland’ en het westen (de Randstad) zit in het verhaal verweven. En daarbij hoort de verandering in de wereld. De intrede van het internet, smartphones en meer van dat soort zaken. Mensen zijn alleen nog geïnteresseerd in het mobiele schermpje.
Wieringa beschrijft het allemaal in mooie, eenvoudige en goed leesbare zinnen. Daarbij heeft hij een prachtig taalgebruik. Ik denk dat hij dit vanuit zijn hart heeft geschreven, dat proef je aan alles. Het doet pijn om de teloorgang van wat eens was, te aanschouwen. Het doet pijn om een dorpscultuur met zijn onderlinge samenhang te zien verdwijnen.
En het wordt duidelijk waarom er uiteindelijk wrok ontstaat tegen een wereld, die niet meer te begrijpen is. Een wereld waar je geen enkele invloed meer op hebt. Daarom is het ook een belangrijk boek, aldus Jiska van scholieren.com. Want veel mensen begrijpen niet waarom mensen wonend in streken zoals die waar Paul woont, stemmen op partijen als de PVV. Dit boek laat je meevoelen met de pijn van de achterblijvers, zonder sentimenteel te worden.