Het land achter de mergelgrotten

Ruim een maand waren eega en ik in het land achter de mergelgrotten, oftewel Belgisch Limburg. Om precies te zijn, we verbleven in Kanne. Vlak achter Maastricht, maar net in Belgenland. De reden was dat ik dat ik dat weekend verslag moest doen van de voetbalwedstrijd SV Meerssen – Alphense Boys. Een goede reden dus om een paar dagen eerder naar het zuiden af te reizen.

Tot Eindhoven volgden we de gewone NL autoweg, maar vanaf dat punt besloten we om een alternatieve route te volgen door de Belgische Kempen. Een mooi glooiend natuurgebied met her en der de beroemde Belgische hobbelwegen. Af en toe onverwacht druk verkeer, vooral vrachtwagens, en soms bijna geheel verlaten wegen. Het laatste stuk, door de gemeente Lanaken, was ook typisch Belgisch. Een drukke vierbaansweg dwars door de bebouwde kom. Moet kunnen, zouden de Belgen zeggen.
Aangekomen in het kleine dorpje Kanne bleek ons hotel Limburgia een rustiek hotel, gerund door een familie (man, vrouw, oma). Een snel rondje door het dorp leerde dat er een mooie patisserie zat en een paar echte dorpscafé’s. Na ons rondje gingen we voor een koffie en een alcoholvrij biertje zitten bij “Kanne & Kruike”. Wat opviel was dat er vooral oudere mensen zaten, wat de vraag opriep of dit typisch Belgisch is of dat alle jongeren inmiddels uit het dorp verdwenen waren. Een prettig café zonder luide muziek, waar je bij het biertje uiteraard een bakske met pinda’s krijgt.
Daarna voor het diner naar het hotel, waar een eenvoudige doch voedzame maaltijd werd geserveerd. Carpaccio vooraf, steak van de lende met grotchampignons (jawel…) als hoofdgerecht en koffie toe. Waarna het tijd was voor een verkwikkende slaap.
Na een eenvoudig doch stevig ontbijt werden de wandelschoenen aangetrokken en begaven we ons op pad voor een verkenning van de omgeving. Rust alom, veel groen, een snel stromend beekje (de Jeker), veel groene heuvels en gelegen aan het Albertkanaal, de verbinding tussen Luik en Antwerpen. En niet te vergeten de St. Pietersberg en chateau Neercanne. Een prachtig wandelgebied, waar je in alle rust kunt wandelen door bos en weide, langs grotten, vergane glorie, kapellekes met Mariabeelden en waar je bijna niemand tegenkomt.

Na de wandeling was het aan het eind van de middag tijd om af te reizen naar Maastricht. Daar hadden we voor een diner gereserveerd bij Brasserie Keizer, vlak naast de basiliek van St. Servaas. Een hele prettige eigenaar, waar ik een leuk gesprek mee heb gevoerd over een bepaald schilderij en over hoe hij in Maastricht verzeild is geraakt na een lang verblijf in Frankrijk.  De inrichting van de brasserie is vriendelijk met veel kunst aan de muur en het eten was prima-de-luxe. Een vitello tonnato vooraf, de vis van de dag was heilbot en een crème brûlee als afsluiter. Waarna we via een avondlijk genoeglijk Maastricht terugkeerden in het knusse Kanne.

Na deze dag was het tijd om weer eens op te stappen. Het voetbal in Meerssen lonkte. Natuurljk kwamen we te vroeg aan in het dorpje aan de Geul, maar in een echt Limburgs tentje, De Zeute Inval, smaakte de koffie buitengewoon. Met naast de koffie een advocaatje met slagroom en een bonbon. Wat wil een mens nog meer. In Limburg weten ze wat genieten is. Daar hoef je in de Randstad niet om te komen.

En na de wedstrijd weer tweeëneenhalf uur karren om thuis te komen. Maar al met al een mooi weekendje in het fraaie Limburgse land.

fullsizeoutput_18e3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *