
Gisteren was het voor het eerst weer eens aangenaam wandelweer. Reden om de schoenen weer eens aan te trekken en te gaan genieten van de warme zonnestralen.
Eerst een stukje langs de Oude Rijn en daarna langs het Rijn-Schiekanaal richting Polderpark Cronesteyn.
Langs de Oude Rijn liggen nog wat oude schepen, misschien wel te wachten op een opknapbeurt. Bij de watertoren kun je het kanaal oversteken naar de Roomburgerweg. Daar staat het mysterieuze gebouw met de naam Het Kaasmerk. Even verderop kun je nog even bellen vanuit een oude telefooncel, die in de tuin staat. Misschien is het wel een oude Tardis van de doctor (voor de kenners).
Even verderop wapperen de goudgele pluimen in de frisse voorjaarswind.Door het zonlicht krijgen ze een magische glans. Nog een stuk verder is de ingang van Polderpark Cronesteyn, waar een aantal fietsen doet vermoeden dat ik niet de eerste was die naar buiten trok. In het rimpelende water weerschijnen de witte stapelwolken. Meerkoetjes en waterhoentjes fladderen langs de kanten, op zoek naar eten.
Bij het theehuis werd ik verwelkomd door een klokkende kalkoen, fors van formaat. Wat kleine zwijntjes waren driftig met hun snoeten aan het wroeten, op zoek naar onvindbare truffels. Buiten bij het theehuis zaten al wat zonaanbidders met een kopje thee. Bij het theehuis staan verschillende kunstwerken, waaronder Izaak Zwartjes’ Basic Construction III. Met dit werk won hij in 2013 de Frans de Witprijs bij Beelden in Leiden. Het uit spoorbielzen bestaande werk doet het prima op deze plek in de natuur.
Daarna was het weer tijd om richting huis te lopen. Mooi is nog het gezicht op de huizen aan de Van den Brandelerkade, glorie uit vooroorlogse jaren. Om vervolgens in het Plantsoen, onze grote groene achtertuin, de eerste lentestrijder te zien gloriëren.