Dat is een beetje de vraag die opdoemt bij de expositie “Less Is More” in het prachtige Museum Voorlinden. Want wij leven in een tijd voor overvloed, niets is te weinig, meer is nog niet goed genoeg. We worden overspoeld met nutteloze zaken, die we gretig tot ons nemen. Tot het punt van afstomping en niet meer zien wat er toe doet en wat niet. Als alles van belang is, dan is niets meer van belang.
De ouderen onder ons weten dat dit vroeger anders was, maar de jongeren kennen de wereld niet anders meer. Maar we zien ook een tegenbeweging. Minder consumptie, meer hergebruik, een simpele keuken, tiny houses. We zoeken het zelfs in wellness, opdat ons innerlijk weer tot rust komt.
Ook de kunst laat deze tendens zien. Hernieuwde aandacht voor stromingen als Minimal Art en Zero. Hergebruik, ordenen en reduceren zien we bij de nieuwe kunstenaars weer opdoemen.
In de eerste zaal worden we direct geconfronteerd met enkele mooie werken. Zo spatten de rode strepen van Daniel Buren’s De travers et trop grand je tegemoet. Als je even langer blijft kijken lijkt het alsof het beweegt (of misschien beweeg ik zelf wel). Als je je dan omdraait sta je ineens tegenover Membrane van Antony Gormley. Een man houdt een dun doek vast. Je staat er voor en denkt “wat verbergt die man”. En in de hoek een enorm grote panty (ja, echt), gevuld met kurkuma. Die grote panty is er met een plof neergekwakt, want de grond ligt bezaaid met de uitgewaaierde kurkuma. Oftewel Paff (turmeric) van Ernesto Neto.
Als we dan naar zaal 2 lopen vallen onmiddellijk de kommen met korrels op. Het doet denken aan rijstkommen, maar het zijn porseleinen schalen met zoetwaterparels er in. Het is een werk van Ai Wei Wei, Bowls of Pearl. Hij wil ons hiermee laten nadenken over de waarde van rijst tegenover parels. Verder valt het grote werk aan de muur op. Vierkanten met kleuren, schijnbaar zonder samenhang. Opvallend zijn de verschillend gekleurde randen, die voor een extra dimensie zorgen. Het werk heet Priceless Pearl en is van Imi Knoebel.
Zaal 3 is ook weer verbazingwekkend. Gelijk om de hoek staat de Cocktail Sculpture van Ann Veronica Janssens. Een aquarium met daarin water en paraffineolie. Twee verschillende lagen zorgen voor een vertekend beeld door de breking van het licht. Aan de muur een groot werk met hele, halve en kwart cijfers. Het is At Sea van Darren Almond. Getallen maken voor ons de wereld concreet, hoe complex ook. Doordat de cijfers zijn verknipt ontstaat er een zoektocht. Want we willen de cijfers graag compleet. Een spel met zichtbaarheid en onzichtbaarheid begint.
In het midden van de zaal liggen stenen en metalen blokken, met in het midden een zwerfkei. Door spiegels te plaatsen zie je steeds weer andere combinaties. Een verrassend werk, dat de vraag stelt naar de interactie en relatie tussen mens en natuur. Het werk is van Alicja Kwade en heet Trans-For-Men 8 (Fibonacci).
Voor het raam hangt een grote ballon, of is het een lamp? Nee, het zijn honderden zakjes water. Zoveel zakjes water samen zorgt voor een monumentaal kunstwerk. Door de belichting en de achtergrond krijgt het een verrassend effect. En stelt het vragen over vervuiling, schoon water, klimaat, verspilling.
In zaal 4, een relatief kleine zaal, slechts 2 kunstwerken. Maar ook deze weer heel bijzonder. Aan de muur hangt zonder titel van Anna Maria Maiolino. Het zijn slangen van gips die met behulp van de zwaartekracht zichzelf vorm hebben gegeven. Door de herhaling ontstaat een vlechtwerk. Na uitharding wordt het werk verticaal tegen de wand geplaatst.
In het midden ligt Continuous Mile (white) van Liza Lou. Een touw dat een mijl lang is en dat bestaat uit meer dan 4.5 miljoen witte kraaltjes. Een immens intensief werk, dat is gemaakt door een gemeenschap van Zulu vrouwen. Tijdens het maken worden verhalen verteld en het touw knoopt die verhalen aan elkaar.
Een zal verder ontmoeten we Steven Aalders met zijn werk Quartet. Een serie vierkante vlakken met een band er omheen. Wat is achtergrond, wat is voorgrond. De kleuren bepalen in je hersens hoe je dit waarneemt. Het ene springt naar voren, het andere krijgt juist diepte.
Heel bijzonder is de boom die aan de muur hangt. Een wirwar van takken met felgekleurde plastic zakjes. Gaat dat samen, plastic en natuur? Heeft de storm de zakjes de boom ingeblazen? Voor ons is het vervuiling, maar voor andere culturen hebben zakken heel andere betekenissen. Soms zit een heel leven in een zak opgesloten. Het is een vrolijk gezicht en daardoor ook wel hoopvol. Het is een werk van Pascale Marthine Tayou en het heet Plastic Tree C.
Weer een zaal verder zien we o.a. Self-portrait van Tony Cragg. Het is een silhouet van de kunstenaar, gemaakt van gevonden objecten, allemaal plastic voorwerpen. Staand op een stapel tijdschriften, lijkt het. Kleurrijk vertelt het ons iets over de maatschappij waarin we leven.
Op de grond Turbulence (black) van Mona Hatoum. Een cirkel op de grond, bestaande uit honderden zwarte glazen knikkers. Door de verschillende grootte ontstaat een golvend oppervlak, waarin het licht wordt weerkaatst en verstrooid. Als je goed kijkt zie je jezelf weerkaatst in al die glazen knikkers. Een enkele misplaatste voetstap en het kunstwerk spat uit elkaar. Een monnikenwerk om te maken.
Verder naar de volgende zaal, er komt geen eind aan. Ons oog valt onmiddellijk op Common Ground van Miroslaw Balka. Een verzameling oude deurmatten, uitgespreid op de vloer waar kinderen vrolijk over heen rennen. Dat mag en moet zelfs. Geen heiligheid voor de kunst. Een deurmat ligt voor een huis, veeg je voeten en je bent welkom om binnen te komen. Een gedeelde wereld waarin respect voor elkaar heerst. Maar je mag er dus gewoon over heen lopen.
Achrome van Piero Manzoni is weer van een heel andere orde. Een rechthoekig doek, gedoopt in kaolin, oftewel chinaklei. In het resulterende doel stikt Manzoni dan geometrische lijnen. Vervolgens wordt het doek op een donkerrode fluwelen achtergrond geplaatst. Simpelen materialen, die volgens Manzoni het unieke karakter van kunst relativeren.
En aan de andere kant twee werken van Jan Schoonhoven, R70-37 en R70-44. Reliëfs van karton, papier-maché en latexverf. Schoonhoven was een Nul-kunstenaar, zoekend naar een kunstvorm die letterlijk bij nul begint en die toegankelijk is. Door de wisselende lichtinval krijg je een steeds wisselend effect van licht en schaduw.
En daarmee waren we in de laatste zaal beland van Less Is More. Een uiterst verrassende expositie van werken uit eigen collectie. Een expositie ook die kunst relativeert, die vragen stelt over onze consumptiemaatschappij.
Nog te zien tot en met november 2019. Een absolute aanrader voor kunstliefhebbers, die niet bang zijn voor het experimentele.
Mooi blog, mooie kunstwerken.
Vrolijke groet,