Kunst die je nooit, of beter gezegd, bijna nooit ziet. Dat zijn de collecties die de overheid en het bedrijfsleven hebben aangelegd. Hun eigen private kunstcollecties. Als werknemer heb je kans dat je ergens zo’n kunstwerk uit eigen collectie tegenkomt. Maar het grote publiek ziet daar weinig van.
Is dat slecht? Daar kun je verschillend over denken. Als je vindt dat kunst voor iedereen zichtbaar moet zijn, dan is het slecht. Maar als je bedenkt dat veel van deze kunstwerken in opdracht zijn gemaakt, dan is het een welkome aanvulling op het inkomen van kunstenaars. En krijgen zij de mogelijkheid om werken te maken.
Maar om een einde te maken aan die onzichtbaarheid heeft Singer Laren gemeend een tentoonstelling te moeten maken met werken uit bedrijfs- en overheidscollecties. En zo ontstond onder de titel Out of Office een mooie collectie van werken, die veelal niet te zien zijn (hoewel sommige werken al zo bekend zijn dat men ze wellicht wel kent).
De tentoonstelling is ingedeeld in een aantal themazalen, anders ontstaat er een soort wild-west tentoonstelling met van alles en nog wat door elkaar. Zonder een oordeel hierover te vellen laat ik hieronder een aantal werken zien, die mij aanspreken.
In de kop zie je het werk zonder titel van Erik van Lieshout. Figuren in het water, wat doen ze daar? Sommigen eten wat. Zijn het vissers, gestrande vluchtelingen? Je mag het zelf bedenken.
Als je de eerste zaal binnenloopt wordt je direct geconfronteerd met een groot werk van Folkert de Jong met als titel Shooting Lesson. Een aantal boomstammen met daarop volwassenen en kinderen. Een van die kinderen heeft een boog en de vrouw een koker met pijlen. Het geheel geeft een beetje een desolate sfeer. De wereld is pas vergaan en we moeten overleven. Een ‘Walking Dead’ plaatje.
Op de muur hangt een kleurrijk werk van Gé-Karel van der Sterren. Het lijkt geboetseerd van olieverf en acryl. Porseleinen vuilnisbelt is de veelzeggende titel, een kleurig commentaar op de huidige consumptiemaatschappij.
In de volgende zaal lopen we tegen Birds van Carel Visser aan. Een bronzen abstractie van twee vogels.
Verderop lopen we tegen een groot grondwerk aan. Het is The Nursery Piece van Job Koelewijn. Cirkelfiguren van zand op kopieën van Spinoza’s Ethica. En verdomd, als je er naar gaat kijken gaan de cirkels ineens draaien. Hersenen en ogen zorgen voor deze zinsbegoocheling. Misschien gaan je hersenen ook draaien van de Ethica. Prachtig om te ervaren. Daarnaast Down van Michael Radecker. Het lijkt alsof je van onderop tegen bomen aankijkt. Bolletjes acryl en garens op een doek zorgen voor een vreemde kijkervaring. De grote kunststof kleurvlakken van Esther Tielemans spatten van de muur af. Een complete kleurervaring. En dan twee werken van Maria Roosen, Bubbels en Bessen. Ruimtelijke vormen van waterverf op papier en glas. Rood in optima forma, warm, betoverend. Om thuis te hebben hangen.
Kunst is ook geïnspireerd raken door andere kunstenaars en daar wat mee doen. Maar stomweg na-apen is natuurlijk niet aan de orde. Dus wat moet je doen als je Picasso bewondert. Imiteren is een slecht idee, voortborduren ook. Dus dacht Tjibbe Beekman, ik schilder Atelier Picasso. Een prachtig woest kleurrijk werk, dat je van dichtbij moet bekijken. Gemaakt met gebruik van zand en email, heel bijzonder.
Ook de ballerina van Edgar Degas heeft veel kunstenaars geroerd. Folkert de Jong gaf er een nieuwe twist aan met zijn The Practive ‘Take 3’, waarin zijn ballerina op een pallet staat met doorlopende kleuren. Het doet bijna pijn.
De foto van Erwin Olaf spreekt voor zich. Het lijkt een schilderij, maar het is een totaal gecomponeerde foto. De titel is Catwalk I (The Helena Slicher Wedding Dress, 1759). Oude adel kijkt je aan met een uitdagende blik en komt tot leven in het hier en nu.
De Laocoön is een van de beroemdste beeldengroepen uit de Oud-Griekse beeldhouwkunst. Guido Geelen liet zich hierdoor inspireren en maakte een nieuwe versie van brons en bladgoud.
Annemarie Wenzel maakte van keramiek, houtskool en hout een luguber beeld van een ontplofte auto. De restanten van een aanslag, met de veelzeggende titel Heaven #1. Geweld als thema van kunst.
Daarnaast hangt het werk De oogst van Pyke Koch. Koch sympathiseerde met de Duitsers tijdens WO II en dit simpele feit roept de vraag op of Koch dan nog wel mag worden getoond. Maken foute gedachten van een kunstenaar zijn werk minder of slecht. Een discussie die tegenwoordig veelvuldig op diverse plaatsen opduikt.
Een groot werk van Robert Zandvliet, ook Zonder titel, spettert van de muur af. Woeste rode streken, klodders. Is het bloed, beeldt het geweld uit. Of is het vuur, die alles verwoestende kracht.
Dan zien we een schilderij waarop een museum is uitgebeeld. Mensen met kinderen lopen rond en aan de muur hangt een groot werk. Een vrouw in het wit met een knielende man er voor. Verdriet, uithuilen of is het aanbidding van de vrouw. Maar er hangt ook een vreemd wit object in de lucht. Is het een geest, een goede of een kwade? Of is het iets anders. Helen Verhoeven maakte dit Event One Detail #3.
Verderop een vrouw die op de grond zit en haar hoofd achterover heeft gegooid. Ze kijkt naar boven. Wat zou daar te zien zijn. Ze is roodharig, met rode lippen en grote wimpers. Wat doet ze daar, waarom zit ze zo. Vragen en nog eens vragen.
Tot slot een geweven werk van Rafaël Roozendaal. Het is een abstractie van een Google beeld en kreeg de naam Abstract Browsing 16 03 02 (Google Image). De vertaling van de digitale wereld naar een abstracte kunstvorm. Kleurige vakken van acryl draad, die voor een vrolijke noot zorgen.
De tentoonstelling is inmiddels afgesloten. Het was zeker de moeite waard om eens achter de schermen van de bedrijfscollecties te kijken, waarin een schat van kunstwerken verborgen zit.
Zitten mooie en heel aparte stukken tussen
Mooie kunst. Maria Roosen vind ik erg mooi.is de tentoonstelling nog te zien?
Nee, die is niet meer te zien. Ik was daar een week voor het einde van de tentoonstelling.