Feyenoord, de dood of de gladiolen? (deel 4)

Vandaag wil ik het hebben over de handel en wandel van de Rotterdamse club op de transfermarkt. We weten dat Feyenoord al jarenlang gebukt gaat onder schulden, die ooit in een grijs verleden zijn ontstaan. Die schulden zorgen er kennelijk telkens weer voor, dat niet kan worden geïnvesteerd in spelers. En als er al geïnvesteerd wordt, dat is dat meestal niet echt super gelukkig en worden spelers vaak met verlies van de hand gedaan (enkelen uitgezonderd).

Laten we eens beginnen bij het seizoen 15/16.
Toen werd er flink geld binnengeharkt met de verkoop van Clasie, Boëtius, Manu en te Vrede. Opbrengst bij elkaar 18,8 miljoen euro.
Van dat geld werd 10,5 miljoen gebruikt voor de aankoop van Vejinovic, Botteghin, Michiel Kramer (bekend van de broodjes kroket), Gustafsson en Tapia.
Vejinovic werd later met 2,25 miljoen verlies verkocht, op Gustafsson werd 500.00 verlies geleden en op Kramer 1,5 miljoen (want die liep zonder contract de deur uit).
Drie van de vijf aankopen werden dus weer met verlies van de hand gedaan. Het waren mislukte spelers en de vraag is hoe dat kan. Was de aankoop verkeerd of zit er in het technisch team iets fout waardoor spelers niet goed kunnen slagen bij Feyenoord.
De totale winst in het seizoen 15/16 was 8,3 miljoen euro.

Het seizoen 16/17 was wat rustiger. Weliswaar zat er 8 miljoen in de knip, maar er werd voorzichtig ingekocht. Jörgensen kwam voor 3,5 miljoen, Berghuis werd gehuurd en doelman Brad Jones kwam transfervrij binnenwandelen.
Dat seizoen werden Lex Immers en Achahbar voor 2,6 miljoen verkocht.
De transfers zorgden dus voor een verlies van 900.000 euro in het seizoen 16/17.

Een jaartje later, het seizoen 17/18.
De huur van Berghuis smaakte naar meer en hij werd voor 6,5 miljoen overgenomen van Watford. Haps kwam binnen voor 6 miljoen en St. Juste voor 4,8 miljoen. Daarnaast werd voor Amrabat 4 miljoen betaald, net als voor Larsson. En Boëtius kwam weer terug voor 1,5 miljoen. Een totale investering van 26,8 miljoen.
Nou gaat het ergens op lijken, zou je denken. Ware het niet dat er voor 33,3 miljoen werd verkocht. Karsdorp vertrok voor 16 miljoen naar Italië en Kongolo voor 15 miljoen naar Frankrijk. Verder vertrok Elia voor 1,1 miljoen, Woudenberg voor 700.000 en Hahn voor 500.000.
Kortom, opnieuw een winst van 6,5 miljoen over het seizoen 17/18.

Inmiddels zou er dus bijna 14 miljoen in de kas moeten zitten, maar helaas pindakaas, dat blijkt dus niet zo te zijn. Want in het seizoen 18/19 werd slechts voor 2 miljoen in nieuwe spelers geïnvesteerd, te weten de jonge Sinisterra. Wel kwamen Delle en Ayoub gratis binnen wandelen en werden Martina en Clasie gehuurd.
Aan de verkoopkant werd 8,95 miljoen binnen geharkt. Boëtius werd voor 3,5 miljoen de deur uitgedaan (2 miljoen winst), Amrabat werd voor 2.5 miljoen verkocht (1,5 miljoen verlies), Vejinovic vertrok voor 1,25 miljoen (2,25 miljoen verlies) en Gustafsson vertrok voor 1 miljoen (0,5 miljoen verlies). Daarnaast vertrokken Basaçikoglu en Hamer voor samen 700.000 euro. Op onze Bilal werd 3,1 miljoen verlies geleden.
Al met al een positief handelsresultaat van 6,95 miljoen.

De kas was dus flink gespekt want al met al zou er nu 20,85 miljoen in de transferkas moeten zitten. Kun je leuke spelers mee aantrekken, zou je zo denken.
Maar opnieuw blijkt dit niet waar te zijn, want dit seizoen is voor 300.000 euro uitgegeven aan een nieuwe spelers, te weten Johnston. Ter was gratis, Kelly was gratis, Narsingh was gratis en Karsdorp wordt gehuurd.
Daartegenover staat 18 miljoen aan verkopen, namelijk voor Vilhena en St. Juste.
Ja, je leest het goed, er is dus een winst van geboekt. Dat betekent dat de transferpot nu zon 38,55 miljoen zou moeten bevatten.

Nou weet ik ook wel dat deze rekensom ietwat gemakkelijk is want er zijn allerlei partijen die meedelen in de opbrengst van verkochte spelers.
Maar toch, er is dus gewoon bijna 40 miljoen verdwenen in een bodemloze put, waarvan kennelijk het einde nog niet in zicht is. Want er is nog steeds geen geld voor het aantrekken van spelers, die van Feyenoord weer een waardige opponent kunnen maken in de strijd om het kampioenschap, met Ajax en PSV.

Mijn conclusie kan dan ook niet anders zijn dat dat Feyenoord kennelijk onvoldoende professioneel wordt geleid. Dat is niet alleen de schuld van van Geel, maar dat kan de hele top van de club zich aantrekken, inclusief de raad van commissarissen. Als Feyenoord een beursgenoteerd bedrijf was geweest dan hadden de aandeelhouders al lang heel hard aan de bel getrokken over zoveel waanzin. Mogelijk was de club al een keer failliet gegaan, want het lijkt er nu op dat elke geldschieter een flinke vinger in de pap wil hebben of heeft gehad.
Chaos heerst dus bij Feyenoord en zal nog wel even blijven.

Morgen schrijf ik nog een laatste analyse over de organisatie en trek ik de finale conclusies.

Een gedachte over “Feyenoord, de dood of de gladiolen? (deel 4)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *