Een paar weken geleden verbleven we een weekje in Epse. Even weg uit het gewone alledaagse leven, even weg uit Leiden, het stadse leven. En dan is Epse een goede keuze. Epse? Ik hoor het u al vragen, waar ligt dat nou weer. Wel, het is een heel klein dorpje onder de rook van Deventer, net naast Gorssel (voor kunstkenners wat bekender). En nou zul je denken ‘Hoe kom je daar nu weer terecht?’. Een logische vraag en het antwoord is simpel. Via natuurhuisje.nl, een organisatie waar je heel veel aardige huisjes kunt vinden.
En zo kwamen we terecht in Epse. In een prachtig vrijstaand huisje op een terrein, waar de eigenaar een grote woning heeft staan en waar ook nog een eigen bos bij hoort. Het leek wel een soort toverhuisje uit een sprookje, voorzien van alle gemakken en waar je heerlijk buiten kunt zitten. Het geheel ligt echt afgelegen, aan een zandweg waar uiteraard geen verkeer over raast. Kortom, heerlijk rustig. En we hadden nog geluk met het weer, want dat was prima nazomerweer waardoor we veel buiten konden zijn. Hieronder wat plaatjes van het huisje in het bos en de omgeving.
Na de aankomst op maandag leek het erop dat dinsdag de mooiste week van de week zou worden, met veel zon en een temperatuur van 25 graden. Echt fietsweer en wat bleek? Bij het huisje inbegrepen waren twee fietsen. Ideaal om eens de omgeving te gaan verkennen. Via het fietsroutenetwerk hadden we snel een mooie tocht samengesteld, van zo’n 35 kilometer. Onder een blakend zonnetje door weilanden, bosjes, dorpjes, langs watertjes kwamen we uiteindelijk in Gorssel voor de lunch. Een ouderwetse uitsmijter bij eetcafé De Hoek, een zaak met een dorpse ouderwetse uitstraling. En totaal gevuld nog even 5 kilometertjes terug fietsen naar Epse. Hieronder de gefietste route en een omgevingsplaatje.
Na de zonovergoten dinsdag volgde een mindere woensdag. Bewolkt met af en toe een bui, dus geen echt buitenweer. Daarom besloten we naar Apeldoorn te trekken om daar het CODA te bezoeken. Een combinatie van museum, archief, bibliotheek en een ExperienceLab. We gingen speciaal voor Paper Art 2021, de tweejaarlijkse tentoonstelling met beeldende kunst, design, animatie en video gemaakt van, met en op papier en karton door kunstenaars uit binnen- en buitenland. Wij zijn groot bewonderaar van deze papierbiënnale die we de afgelopen keren ook hebben bezocht. Het is verbijsterend om te zien wat je allemaal met papier en karton kunt doen. Ik zal hier deze week met een aparte pagina aandacht aan besteden met veel foto’s van deze bijzondere tentoonstelling. De lunch konden we nog net buiten nuttigen op de hoek bij het CODA, op het terras van het Stadscafé.
Donderdag was opnieuw een mooie dag. We besloten om ‘s ochtends even naar Gorssel te fietsen om daar boodschappen te doen. Want in Epse zijn helemaal geen winkels meer. Maar het is allemaal goed te doen, twintig minuten fietsen en je bent er. ‘s Middags besloten we om een wandeling door de omgeving te maken. Veel grote landhuizen met eigen stukken grond kenmerkten deze omgeving. Ook de vele maisvelden waren helaas veel voorkomend. Te veel mais is een gevolg van de te overvloedige veeteelt in Nederland. We moeten echt toe naar een ander en diverser grondgebruik. Maar ook veel weilanden, kleine beekjes kronkelend door het landschap en kleine bosjes.
Vrijdag hadden we afgesproken met een oude kennis, die een aantal jaren geleden van Leiden naar Deventer is verhuisd. Hij ging van de Maredijkbuurt naar de rand van Deventer, vond daar een prachtig huis en is blij dat hij Leiden achter zich heeft gelaten. Weg van de drukte, richting oostelijke rust. Op de fiets was het maar een half uurtje fietsen, door landelijk gebied. Na de koffie met appeltaart bestegen we opnieuw onze metalen rossen en fietsten rondom Deventer om uiteindelijk uit te komen bij de oude Bergkerk. Fietsen gestald en even lekker door de stad gedwaald. Deventer is een oude hanzestad en staat vol met oude panden. De stad ademt historie en heeft zich ontwikkeld tot een levendige stad met heel veel unieke winkeltjes. Je ziet nog veel familiebedrijven (dit in tegenstelling tot bv. Leiden waar de familiewinkels langzaam verdwijnen). Deventer is dus een aanrader om eens een dagje lekker te gaan shoppen. De lunch vonden we op de Brink, bij Jasmin’s. De markt werd net opgebroken en als het zonnetje schijnt, dan is het goed toeven op een mooi terras.
Zaterdag werd weer een cultuurdag. Want Museum MORE stond al lange tijd op ons lijstje, zeker nu er een expositie was van Konrad Klapheck. Het was goed weer om weer te fietsen. Over deze bijzondere expositie schrijf ik de komende dagen een apart blog.
Zondag was de laatste dag. Het was opnieuw goed weer om te gaan wandelen. We besloten om naar Kasteel Ampsen te rijden om daar op het landgoed een wandeling te maken. Het is een historisch landgoed dat zijn wortels al in de 14e eeuw vindt. Het huidige kasteel dateert uit 1750. Het landgoed heeft een afwisselend landschap met kenmerkende lanen, bossen, heide, weide- en akkerland, waterlopen, poelen en het park. In het gebied wonen verschillende soorten uilen, verschillende soorten andere roofvogels, vlinders, reeën, dassen, hazen en vossen. Kortom, een prachtig natuurgebied. Hieronder wat foto’s van het landgoed. Daarna reden we even door naar Lochem dat maar een paar kilometer verderop ligt voor een smakelijke lunch bij het Zwijnshoofd.
En vervolgens was het maandag weer tijd om in te pakken en richting de drukke Randstad te rijden. Ons weekje in Epse was voorbij.