Enkele weken terug zag ik Knor, de eerste Nederlandse stop-motion bioscoopfilm. Het is een heerlijke film voor jong en oud, die ook nog een beetje een boodschap bevat. Of de boeren hier vrolijk van worden, weet ik niet, maar als je kunt relativeren en humor hebt, dan valt het ook voor de boeren wel mee.
Het is niet alleen de eerste lange NL’se stop-motionfilm, maar tegelijk ook het speelfilmdebuut van regisseur Mascha Halberstad. In interviews heeft ze verklaard dat het een hele heksentoer was om deze film te realiseren. Ze is er wel ruim twaalf jaar mee bezig geweest, van het startidee tot de uiteindelijke film in de bioscoop.
De kleine Babs wil graag een puppy, maar vader en moeder twijfelen. Moeder is bang dat haar mooie moestuintje wordt omgespit door het jonge hondje. Maar dan staat opa Tuitjes ineens voor de deur. De man die lang geleden ineens was vertrokken, naar de VS naar later bleek. De reden bleef een beetje vaag, maar weg was weg. En dan staat hij daar plots voor de deur. Cowboyhoed op het hoofd, banjo onder de arm, een mal accent en met een grote koffer. Waarom hij ineens terug is, is vooralsnog onduidelijk en moeder is er absoluut niet blij mee.
Maar opa maakt zich onvergetelijk door Babs op haar verjaardag te verblijden, niet met een puppy maar met een klein varkentje dat de naam Knor krijgt. Paniek alom, zeker als het kleine speklapje ook nog overal poept. Anyway, uiteindelijk blijkt opa een geheim plan te hebben dat alles te maken heeft met de grote worstenwedstrijd Van de Vereniging voor Vleeswaren van Verse Varkens.
Knor is een heerlijke familiefilm. Wij gingen kijken met kinderen en kleinkinderen en iedereen heeft zich geweldig vermaakt. De film zit vol met droge humor, heerlijke typetjes, lekkere actie. En er komen ook nog wat maatschappelijke thema’s voorbij, zoals de vleesindustrie.
Knor draait nog volop in de bioscopen. Neem je familie mee en gniffel je door de film heen. Van mij krijgt de film vier sterren. Aangezien de VPRO medeproducent is, is de kans groot dat de film volgend jaar op de TV komt. Maar een bioscoopstoel met een groot doek is altijd beter.