Site pictogram Herman Willems Dagelijkse Dingen

Beelden in Leiden 2022 een aanfluiting

Ik heb lang gewacht om iets te schrijven over de openluchttentoonstelling met beeldende kunst op de Hooglandse Kerkgracht in Leiden. Komende zondag is al weer de afsluiting van dit jaarlijkse kunstgebeuren. De reden dat ik lang gewacht heb komt omdat ik samen met enkele andere stadsgenoten deze tentoonstelling in 2011 in het leven heb geroepen. We hebben daar in de beginjaren veel tijd in gestoken en waren uiteindelijk op het punt gekomen dat Beelden in Leiden een naam had opgebouwd.

Kunstenaars als Marianne Lammersen, Linda Nieuwstad, Marleen Hartjes, Jimi Kleinbruinink, Lisa Sebestikova, Klasiena Soepboer en niet te vergeten Margriet van Breevoort hebben inmiddels een naam opgebouwd. En dan vergeet ik nog vele anderen. Zonder valse bescheidenheid durf ik ook te stellen dat Beelden in Leiden hieraan heeft bijgedragen.

Maar na een aantal jaren moet je het ‘bekende’ stokje doorgeven. En zo is er een geheel nieuw bestuur aangetreden dat een eigen koers moet gaan varen. Maar die koers is dit jaar duidelijk ontspoord. De huidige tentoonstelling is een aanfluiting, een flagrante misser. We kunnen wel steeds roepen dat het conceptuele kunst is, maar een wezenskenmerk van ‘beeldende kunst in de openbare ruimte’ is dat er iets te zien moet zijn. Je moet ergens omheen kunnen lopen, je moet iets kunnen aanraken, je moet iets mooi of lelijk kunnen vinden, maar vooral je moet iets ZIEN. En vooral dat laatste is een grote misser. Er valt namelijk heel weinig te zien, of liever gezegd bijna niets. Het aantal kunstwerken is teruggebracht van 10 naar 5. Dat alleen al maakt de tentoonstelling minder spannend.

De huidige tentoonstelling heeft als titel “Lifeless stars drifting above”. “Levenloze sterren die boven ons zweven”. Kijk omhoog in een donkere hemel en je ziet levenloze sterren, die overigens meestal wel flonkeren. Maar dat terzijde. En daarmee zijn we bij het thema van deze tentoonstelling aangekomen. Dat is de duisternis, als symbool en ook als materie, reiken van hoog in de hemel tot diep onder het aard- en huidoppervlak. Obscurantisme, barbaarsheid en achteruitgang zijn begrippen die met duisternis kunnen worden geassocieerd. De wetenschap heeft ons geleerd dat je ook anders naar duisternis kunt kijken. Gelukkig wordt tot slot vermeld dat de tentoonstelling de verschillende gedaantes van de duisternis aanroept.

Laten we dan eens naar de kunstwerken kijken. Het begint met een grote container, die aan een kant is opengewerkt. Deze container draagt als titel “We send gold coated mirrors a million miles from here to study star formation and still incarcerate minors“. In de container zat op dag 1 een speakertje, waarover een verhaaltje kon worden beluisterd. Kunstenaar Robert Glas heeft, samen met een jong-gedetineerde en een astronoom, met een telescoop naar het donkere heelal gekeken en de daaruit voortvloeiende associaties met duisternis komen dan aan bod. Dit gesprek is opgenomen en dat kun je beluisteren. Althans, dat was de bedoeling. Afgezien van het slechte geluid waardoor het verhaal niet overkwam, was het speakertje na een dag al verdwenen en werd de container een hangplek voor jongeren. Vanuit onze eerdere ervaringen wisten we als oud-betuursleden al dat dit zou gaan gebeuren. Overigens, is een speakertje in een container kunst. Is een podcast afspelen in een container kunst. Persoonlijk vind ik dit helemaal geen kunst. Een podcast is een podcast en kun je gewoon op je mobiel beluisteren. Inmiddels is de container dichtgetimmerd vanwege de overlast. Naar mijn mening een volkomen mislukt project van Robert Glas.

Vervolgens komen we terecht bij een kauwgomballenautomaat aan een boom. De titel van dit kunstwerk is “Many years back there was a virus ravaging us – made the black skin of my neighbors turn toward the moon“. Maker van dit kunstwerk is Clémence Lollia Hilaire. Het was de bedoeling dat je met een plastic muntje een plastic bolletje met daarin ‘earphones’ kon trekken. Met die oordopjes kon je dan, al wandelend, luisteren naar een verteller die je vertelt over de desastreuze gevolgen van pesticiden op de bananenplantages in Guadeloupe (grappig dat de kunstenaar veel plastic gebruikt). Helaas waren de oordopjes en muntjes na een paar dagen niet meer te trekken en hingen de twee kauwgomballenautomaten zielloos aan de bomen. Ook hier kun je de vraag stellen of het niet beter was geweest om een gewone podcast te maken. Want dit project schoot zijn doel volkomen voorbij en ik denk dat maar heel weinig mensen het verhaal hebben gehoord. Opnieuw een volkomen mislukt project.

Doorlopend komen we dan bij het werk van Marit Westerhuis met als titel “Pulver“. Marit heeft een diorama gemaakt van een opgraving, gebaseerd op de Leidse geschiedenis. We zien een uitgehold vierkant afgedekt met een dikke glazen plaat. Als we naar binnen kijken zien we daar een driedimensionaal beeld, bevroren in tijd en ruimte. De opgraving toont de sporen van de buskruitramp uit 1807 waarbij een heel stuk van Leiden werd weggevaagd. Het diorama is gemaakt van zwart poeder, buskruit, en in het midden zien we een kerk, die staat te schitteren. Voor mij is dit het best geslaagde kunstwerk. Er is iets te zien, het buskruit refereert aan de duisternis en de gevolgen van dit buskruit, het is mooi gemaakt. Jammer is dat het zo klein is, waardoor het in de ruimte wegvalt en de glazen plaat is ongelukkig gekomen. Want door de weerspiegeling van de boomkruinen in het glas blijft het interne kunstwerk bijna onzichtbaar.

Even verderop lopen we tegen een kunstzinnig aangelegd tuintje aan met de titel “Nocturnal“. Het is gemaakt door tuinman Leandros Ntolas (geintje, het is een kunstenaar). Leandros heeft zich verdiept in natuurlijke elementen die een relatie hebben met de duisternis en de nacht. Zo kwam hij op de seleniet kristallen die heel langzaam ondergronds groeien, in volkomen duisternis. Dit seleniet heeft hij omringd met planten, die ofwel ‘s nacht bloeien ofwel ‘s nachts een zoetige geur afgeven. Dit trekt dan weer nachtleven aan, insecten, motten, vleermuizen. Het is een origineel idee dat in ieder geval goed zichtbaar is in de ruimte. Jammer is dan weer dat je eigenlijk alleen ‘s nachts optimaal kunt genieten van geur en bloem. Dan liggen alle bezoekers lekker te dromen van hun eigen duisternis.

Aan het eind van de tentoonstelling komen we terecht bij “Bottom Crawlers, Brittle Stars and the Country of Perpetual Night“. Een kunstwerk van Lisa van Casand. Zij liet zich inspireren door de donkerste en diepste deel van de wereld, de oceaanbodem. Daar, in het uiterste duister, wonen de slangsterren die zich hechten aan mangaanknollen. Helaas is mangaan inmiddels een belangrijke grondstof geworden en bestaan er plannen om deze van de oceaanbodem te oogsten. Lisa vraagt zich af wat dit voor gevolgen heeft voor de natuur in deze onontgonnen wereld. In ieder geval zien we hier ‘beeldende kunst’, waarnaar de bezoeker daadwerkelijk kan kijken, omheen kan lopen en zijn eigen gedachten bij kan ontwikkelen.

En dat was het dan. Een goedkope en bar slechte uitvoering van ‘beeldende kunst in de openbare ruimte’. Een aanfluiting op kunstgebied, waarbij curator Stéphanie Noach faliekant verkeerde keuzes heeft gemaakt. Conceptuele kunst is een mooie gedachte, maar past beter in een fraaie kunstgalerie of als een alternatieve tentoonstelling in een industriële omgeving. Conceptuele kunst past niet echt op de Hooglandse Kerkgracht, tenzij het echt een fysiek kunstwerk is. Podcasts luisteren doen we onderweg wel, of thuis. Dat is niet iets voor een tentoonstelling in de openbare ruimte.

Ik hoop echt dat de organisatie leert van deze aanfluiting en dat we volgend jaar een kwalitatief betere tentoonstelling kunnen bezoeken, liefst met iets meer dan de schamele vijf kunstwerken die er nu staan. Overigens is dit niet alleen mijn mening. Ik heb nog niemand positief over deze tentoonstelling horen praten en dat is een geweldige misser. Jammer, volgende keer beter.

Mobiele versie afsluiten