Dat is de eerste zin van de novelle, waarmee Hella S. Haasse in Nederland bekend is geworden. Ik heb dit werkje onlangs gelezen omdat ik vanwege mijn leesclub de biografie van Haasse heb gelezen. Leven in de verbeelding – Hella S. Haasse 1918-2011 is een stevig boek van bijna 600 pagina’s. Het magnum opus mag je wel zeggen van Aleid Truijens, waarin zij de gehele levensloop van Haasse doorneemt, van geboorte tot dood.
Nou moet ik eerlijkheidshalve bekennen dat ik nog nooit een boek van Haasse heb gelezen. Ik weet nog dat veel vroegere schoolgenoten Oeroeg op hun leeslijst voor het examen zetten omdat het een lekker dun boekje is (amper 80 bladzijden).
De biografie is een uitputtend verhaal die goed duidelijk maakt wat voor een soort mens Hella S. Haasse is geweest. Een vrouw met twee gezichten. Aan de ene kant de grote succesrijke schrijfster, bekend van boek, radio en tv, en aan de andere kant een vrouw met een ongelukkig huwelijk. Maar uit de biografie blijkt ook dat dit ongelukkige huwelijk een grote inspiratiebron is geweest voor haar vele romans. Want die thematiek komt in alle boeken terug.
Maar nog niet in Oeroeg want toen was er nog geen sprake van een ongelukkig huwelijk. Oeroeg verscheen al in 1948, net na het overlijden van het eerste kind van Hella. Het was voor die tijd best wel een moedig boek. Oeroeg gaat over de vriendschap tussen een ‘inlandse’ jongen en het zoontje van de Nederlandse administrateur van een theeplantage in het toenmalige Nederlands-Indië. Het begint in de jaren 20 van de vorige eeuw en eindigt vlak na WO II. In de tussentijd zijn de vrienden volkomen uit elkaar gegroeid. Oeroeg heeft zich aangesloten bij de nationalistische beweging die strijdt voor onafhankelijkheid en de ik-verteller keert als ingenieur terug om te helpen bij het herstel van bruggen en wegen. Bij de Telaga Hideung meertje komen ze elkaar weer tegen. Een meertje waar de vader van Oeroeg vele jaren eerder is verdronken bij het redden van de ik-verteller.
Oeroeg heeft nogal wat controverse opgeroepen. Tjalie Robinson, een Indische schrijver, bekritiseerde Haasse omdat hij vond dat een blanke uit de welgestelde klasse zich nooit zou kunnen verplaatsen in de situatie van de inlander. Deze discussie kwam herhaaldelijk weer op tafel. Naar mijn mening een ietwat onzinnige discussie omdat een schrijver natuurlijk altijd de vrijheid heeft om te schrijven over wat dan ook. Daarnaast heeft Haasse aan het eind van dit boekje duidelijk stelling genomen ten faveure van een Indonesische onafhankelijkheid. Dat was in 1948 best wel moedig want bijna heel NL vond toen dat de acties van het NL’se leger volkomen gerechtvaardigd waren.
De foto helemaal bovenaan is van het meer Telaga Hideung en is van het Tropenmuseum.


Geef een reactie