De zondag begon grijs en nevelig. Het voelde bijna vochtig aan. De Klassieker zou die middag om 14.30 uur beginnen. Tijd dus om het hoofd leeg te maken met A Walk in the Park.
Dat park was het Polderpark Cronesteyn, op iets meer dan anderhalve kilometer lopen. Het park ligt er al zo’n 40 jaar en is vernoemd naar het verdwenen Kasteel Cronesteyn. Alleen de slotgracht vind je nog terug.
Even voor tienen trokken we de voordeur achter ons dicht. Honderd meter verderop begint onze achtertuin, het monumentale Plantsoen. Een al bijna tweehonderd jaar oud stadspark langs de singel, vol met massieve en oude bomen. Tegenwoordig onderdeel van het de stad omspannende Singelpark. In het Plantsoen kregen we het eerste lentegevoel door de veelvuldig bloeiende narcissen.
Het polderpark
Even later kwamen we aan bij het polderpark. Het was nog vrij rustig. Normaliter is het op een zondag altijd redelijk druk met vooral hardlopers en ook wel wandelaars. Hondenuitlaters, kinderuitlaters, maar ook natuurfotografen. Alles kom je onderweg tegen.
De vogels zijn al druk aan het kwinkeleren, de schapen kijken niet op of om en de koeien in de verte nemen af en toe een hapje van het mals-groene gras. De natuur bevindt zich nog in een lichte sluimerslaap. De eerste bloesems openbaren zich voorzichtig, frisgroene blaadjes ontvouwen zich. Veel bomen zijn nog niet overtuigd van de nakende lente en houden zich nog in. Het bruin overheerst nog.



Even verderop in het park is een paddenpoel aangelegd, inclusief een houten vlonder. De poel is nog maar net klaar, de oevers zijn nog niet begroeid. Maar dat gaat veranderen, de natuur gaat haar werk doen. En dan is het wachten op de padden. Ze worden niet uitgezet, ze moeten zelf dit stukje paddenparadijs ontdekken. Wanneer ze komen is nog even een gok, maar ik denk dat er over een paar jaar een hele paddenkolonie valt te bewonderen. Tot vreugde van reiger en ooievaar, maar dat is natuur. Ik ben benieuwd of de oevers van de poel een ijsvogel zal aantrekken.

Verder lopend valt op dat de knotwilgen flink geknot zijn. Van de takken zijn een aantal wilgenmuren gemaakt, goed voor de bescherming van insecten en andere kleine diersoorten. Bramenstruiken zijn opgeruimd, die overwoekerden grote stukken land. Jammer voor de bramenplukkers, maar goed voor de natuur die weer een groeikans krijgt. De overvloed van de braamstruiken wordt geweten aan de neerslag van stikstof.
Iets verderop staat een ooievaar, die we even later terugzien, bovenop zijn nest. Het gegak van de ganzen klinkt overal bovenuit. Eenden, waterhoentjes, meerkoeten en grote majestueuze zwanen bevolken de vele sloten en weilanden. Een drukte van belang, alle dieren voelen de lente aankomen.




Het reigerbos
Tot slot besluiten we om nog even door het reigerbos te lopen. Dat staat vol met hoge bomen waarin vele reigers nestelen. Onder de bomen is het vele groen van het daslook al overvloedig aanwezig. Over een aantal weken staat dit helemaal in bloei. Het reigerbos is ook het bos waarin de slotgracht van het voormalige kasteel nog bewaard is gebleven. We zien veel reigers boven in de bomen zetelen. Een enkele reiger probeert op de grond takken te verzamelen voor een nieuw nest. Veel fotolenzen wijzen naar boven om een glimp van de reigers vast te leggen. Teruglopend gaan we nog even langs de bijenkasten en dan komt de rand van Cronesteyn weer in zicht.







Daarna is het tijd om weer huiswaarts en te keren om te genieten van de Klassieker. Een terechte overwinning van mijn cluppie uit Rotterdam-Zuid waardoor een kampioenschap weer een stapje dichterbij is gekomen. Zeker als later blijkt dat de concurrenten punten verliezen.
Zo eindigt A Walk in the Park glorieus.
Geef een reactie